Leesvaardigheid Duits

Welke leesstrategieën ken je al ?
1 / 40
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke leesstrategieën ken je al ?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Structuur ontdekken en gebruiken
Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk! 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intensief (gedetailleerd lezen)
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 
  • Lijkt het woord op het Nederlands of Engels?
  • Spreek het woord in gedachten uit. 
  • Hak het woord in stukjes.
  • Kijk naar de context waarin de zin staat. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw van een tekst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
Quelle
Bild

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn signaalwoorden?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden
  • Signaalwoorden geven verbanden weer: verbanden tussen zinnen of verbanden tussen alinea's. 
z.B. Wie verhält sich der 4. Absatz zum 2. Absatz?

  • Signaalwoorden geven ook informatie over de opbouw van een tekst
z.B. opsomming, conclusie, tegenstelling

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming
und - en
zudem - bovendien
außerdem - bovendien
dann - dan, vervolgens
(zu)erst - ten eerste 


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Franziska vindt het zielig voor dieren als ze moeten worden geslacht voor de vleesproductie. 
Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegetariërer zouden moeten worden?
timer
2:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegetariër zouden moeten worden?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Franziska vindt het zielig voor dieren als ze moeten worden geslacht voor de vleesproductie. 
Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegatariërer zouden moeten worden?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenstelling
doch - toch, echter
sondern - maar
statt - in plaats van 
trotzdem - toch, desondanks
aber - maar
obwohl - hoewel
trotz - ondanks
während - terwijl

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 2 bestaat uit twee delen. 
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken. 
   Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2. 
timer
1:30

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 2 bestaat uit twee delen.
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken.
Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 2 bestaat uit twee delen. 
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant vn deze baan besproken. 
   Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reden / oorzaak 
denn = want
weil = omdat
schließlich = per slot van rekening
nämlich = namelijk
deswegen = daarom 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd. 
timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A
bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B
had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C
had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D
zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benadrukking
besonders = in het bijzonder, vooral
selbst = zelfs
sogar = zelfs
vor allem = in het bijzonder, vooral 

Slide 22 - Diapositive

Verder met M3A
Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3) 
Dass sie...
A Kritik an Kollegen üben darf.
B sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C über regionale Ereignisse berichten darf. 
D unter hohem Zeitdruck leisten muss. 
timer
1:30

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3)
Dass sie...
A
Kritik an Kollegen üben darf.
B
sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C
über regionale Ereignisse berichten darf.
D
unter hohem Zeitdruck leisten muss.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3) 
Dass sie...
A Kritik an Kollegen üben darf.
B sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C über regionale Ereignisse berichten darf. 
D unter hohem Zeitdruck leisten muss. 

Slide 25 - Diapositive

Verder met V3A

Bevestiging
klar = vanzelfsprekend, natuurlijk
natürlich = vanzelfsprekend, natuurlijk
tatsächlich = inderdaad, zeker
wirklich = inderdaad, zeker 

Slide 26 - Diapositive

Verder met H3A en H3B

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A Er hat gestohlen um Eindruck zu machen. 
B Er hielt sein Wort. 
C Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D Er wurde zum Stehlen gezwungen. 

timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A
Er hat gestohlen um Eindruck zu machen.
B
Er hielt sein Wort.
C
Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D
Er wurde zum Stehlen gezwungen.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A Er hat gestohlen um Eindruck zu machen. 
B Er hielt sein Wort. 
C Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D Er wurde zum Stehlen gezwungen. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusie
also = dus
deshalb = derhalve, daarom
daher = vandaar
damit = zodat 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was beschreibt der 1. Absatz?
A Dass Leute früher leichter soziale Kontakte knüpften als heute. 
B Was man früher unter Freundschaft verstand.
C Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen. 
timer
1:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was beschreibt der 1. Absatz?

A
Dass Leute früher leichter soziale Kontakte knüpften als heute.
B
Was man früher unter Freundschaft verstand.
C
Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen.

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was beschreibt der 1. Absatz?
A Dass Leute frïher leichter soziale Kontakte knüpften als heute. 
B Was man früher unter Freundschaft verstand.
C Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming
Tegenstelling
Reden / oorzaak
Benadrukking
Bevestiging
Conclusie
außerdem - bovendien
dann - dann
zuerst - ten eerste
trotz - ondanks
weil - omdat
denn- want
vor allem - vooral / in het bijzonder
klar - natuurlijk
deshalb - daarom

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over signaalwoorden

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over signaalwoorden
Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?
A aber
B denn
C oder
D und 
timer
1:00

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?
A
aber
B
denn
C
oder
D
und

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over signaalwoorden
Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?
A aber
B denn
C oder
D und 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

also
damit
darum
auch
tatsächlich
sondern
Betekenissen van signaalwoorden
ook
maar
zodat
daarom
dus
inderdaad

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions