Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Persoonsvorm verleden tijd
Verleden tijd
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verleden tijd
Slide 1 - Diapositive
Welk ezelsbruggetje gebruik je voor de verleden tijd van de persoonsvorm van zwakke werkwoorden?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Vidéo
Hij (geven) het goede antwoord
A
geef
B
geev
C
geeft
D
geefd
Slide 4 - Quiz
Dat meisje (zwemmen) elke dag.
A
zwem
B
zwemmt
C
zwemt
D
zwemd
Slide 5 - Quiz
Hij (worden) vroeg opgehaald.
A
wordt
B
word
C
wort
D
worden
Slide 6 - Quiz
(raden) jij het goede antwoord?
A
rad
B
raad
C
raadt
D
raden
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Noteer de pv in de verleden tijd.
Gisteren (bereiden) Marianne een heerlijke vegetarische maaltijd.
A
bereide
B
bereidde
C
bereiden
D
bereidden
Slide 9 - Quiz
Noteer de pv in de verleden tijd.
Jij (vergissen) je toen toch ook weleens?
A
vergisste
B
vergissde
C
vergiste
D
vergisde
Slide 10 - Quiz
Noteer de pv in de verleden tijd.
Een aantal jaren geleden (kamperen) wij op Schiermonnikoog.
A
kampeerden
B
kampeerten
C
kampeerde
D
kampeerte
Slide 11 - Quiz
Noteer de pv in de verleden tijd.
Radu (barsten) in tranen uit, toen hij het nieuws hoorde.
A
barste
B
barstte
C
barsde
D
barsdde
Slide 12 - Quiz
Welk woord is fout gespeld? Leg met de regels uit waarom.
Slide 13 - Question ouverte
Noteer de pv in de verleden tijd.
Vroeger (proeven) ik geen onbekende groentes.
A
proefde
B
proefte
C
proevde
D
proevte
Slide 14 - Quiz
Noteer de pv in de verleden tijd.
Het heeft vannacht erg hard (vriezen).
A
gevriezd
B
gevriezt
C
gevroren
D
proevte
Slide 15 - Quiz
Noteer de pv in de verleden tijd.
Mijn opa (fluiten) vroeger altijd hetzelfde deuntje.
A
fluitte
B
fluitde
C
fluite
D
floot
Slide 16 - Quiz
Noteer de pv in de verleden tijd.
(Branden) je broer ook altijd zijn vingers bij het barbecueën?
A
Brande
B
Brandde
C
Brandt
D
Brand
Slide 17 - Quiz
Waarom (beantwoorden) jij de vraag van de docent niet?
Slide 18 - Question ouverte
Gisteren hebben zij het hele hek (verven).
Slide 19 - Question ouverte
Vorige week hebben we lekker (zwemmen).
Slide 20 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Persoonsvorm verleden tijd
Avril 2019
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Persoonsvorm verleden tijd
Juin 2018
- Leçon avec
11 diapositives
Werkwoordspelling - 2F
Mars 2019
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
Werkwoordspelling - 2F
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
Werkwoordspelling - 2F
Mars 2019
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
Schrijven 2 - 2F
Octobre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
Spelling 3.5 - 1 kgt
Octobre 2019
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
TV H456 1BK
Avril 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1