Passé Composé met avoir/être klas 2

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Onderwerp

Le passé composé

(De voltooide tijd v.t.t.)

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt. 

Wat weet je nog over de passé composé?

Voltooide tijd =

Passé Composé

Ik heb gedanst = J'ai dansé

Passé composé bestaat uit:

1. een vorm van avoir (hebben) 

   2. een voltooid deelwoord

Weet je het rijtje van avoir nog?
Vervoeg dit werkwoord!

Hoe vertaal je:
ik heb gedanst

En hoe vertaal je:
ik heb gegeten

En hoe vertaal je dan:
ik ben gegaan
(gaan = aller)

Passé composé bestaat uit:

1. een vorm van avoir (hebben) of être (zijn)

   2. een voltooid deelwoord

Wat is het ook alweer het rijtje van être?

Wanneer avoir of être?

Vertaal de zin naar het Nederlands. Gebruiken wij hebben of zijn?

Maak de opdracht: 16c
1. Nathan _______ allé a Paris
2. Il _______ arrivé à 15 heures
3. Il _______ acheté un nouveau t-shirt
4. Il __________ mangé un croissant

Maak opdracht 17a in tweetallen. Kijk goed naar het voltooid deelwoord. Wat valt je op?

Als je être gebruikt..

.. dan komen er extra letters achter het voltooid deelwoord

Zij is gegaan: elle est allée

Hij is gegaan: il est allé

Jean en Dominic zijn gegaan: Jean et Dominic sont allés

Marie en Juliette zijn gegaan: Marie et Julliettes sont allées

1 uitzondering!!!

ik ben geweest = j'ai été --> niet je suis été

Vervoeg het volgende ww (komt uit je voca lijst blz 116, zoek maar op!)
elle - porter

Vervoeg het volgende ww (komt uit je voca lijst blz 116, zoek maar op!)
nous - arriver

Vervoeg het volgende ww (komt uit je voca lijst blz 116, zoek maar op!)
je - préparer

Vervoeg het volgende ww (komt uit je voca lijst blz 116, zoek maar op!)
Anna et Mike - oublier

Vervoeg het volgende ww (komt uit je voca lijst blz 116, zoek maar op!)
Vous - utiliser

Vervoeg het volgende ww:
Elle - aller

Waaruit bestaat de Passé Composé?

Geef aan of je zelfstandig verder kunt werken of dat je nog hulp nodig denkt te hebben. Vul in : ZELF of HULP

Kortom:

 

- Leer eerst het rijtje van avoir + être nog eens.

- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een voltooid deelwoord achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...