Economisch beleid hoofdstuk 1 deel 1

EUROPESE
CENTRALE
BANK

hoofdstuk 1

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

EUROPESE
CENTRALE
BANK

hoofdstuk 1

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Drie functies van geld
  • Geldschepping
  • Taken ECB

Slide 2 - Diapositive

Geld
  • Geld = algemeen geaccepteerd als ruilmiddel, rekenmiddel en  oppotmiddel.
  • Vertrouwen (fiduciair)
  • Waardevast = prijsstabiliteit

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Geldhoeveelheid
  • Maatschappelijk geldhoeveelheid (M1) = chartale + giraal geld in handen van het publiek
  • Chartaal geld = munten en bankbiljetten.
  • Giraal geld = bij de bank (betaalrekening)
  • Spaarrekening hoort niet bij M1!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Geldschepping en vernietiging
  • ECB & DNB
  • Geldscheppende banken
  • Subtitutie = chartaal wordt giraal --> geen verschil M1, M2, M3
  • Transformatie = M1 wordt M2 .
  • Belangrijkste: wederzijdse schuldaanvaarding

Slide 7 - Diapositive

It's a wonderful life
  • Waarom kwamen de klanten in dit filmpje naar de bank?
  • Wat was de oplossing van de bankdirecteur?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

ECB & DNB
  • Europese Centrale Bank =>Euro in 20 EMUlanden 

  • De Nederlandsche Bank => Onderdeel ECB met stemrecht
  • ECB (DNB) is onafhankelijk (!) van de overheid

Slide 11 - Diapositive

Taken ECB
  • ECB bewaakt alleen prijsstabiliteit euro (=inflatie/deflatie)
  • Enkelvoudig mandaat
  • Bank van de banken => geld oppotten of lenen
  • Toezicht houden => vertrouwen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Federal Reserve (FED)
  • 'Amerikaanse versie' ECB
  • Duaal mandaat
  • Prijsstabiliteit en maximale werkgelegenheid ('full employment')
  • Lastig te combineren

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke functie van geld zorgt ervoor dat je geld kunt sparen voor toekomstig gebruik?
A
Communicatiemiddel
B
Consumptiegoed
C
Oppotmiddel
D
Eenheid van productie

Slide 16 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van de ECB?
A
Economische groei
B
Exportstimulering
C
Prijsstabiliteit
D
Financiële deregulering

Slide 17 - Quiz