(havo/vwo3) H3 bronnen: chili in beeld paragraaf 4

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H3 Chili in beeld + B179, B223
  • maken opdracht 1 t/m 6
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de belangrijkste gebiedskenmerken zijn
  • wat de belangrijkste demografische bevolkingskenmerken zijn
  • de belangrijkste economische bevolkingskenmerken
  • de belangrijkste politieke bevolkingskenmerken
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H3 Chili in beeld + B179, B223
  • maken opdracht 1 t/m 6
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de belangrijkste gebiedskenmerken zijn
  • wat de belangrijkste demografische bevolkingskenmerken zijn
  • de belangrijkste economische bevolkingskenmerken
  • de belangrijkste politieke bevolkingskenmerken

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Diapositive

Natuurlijk landschap: enkel natuurlijke elementen, de mens heeft geen invloed gehad.
Ingericht landschap: bestaat uit inrichtingselementen, aangebracht door de mens.
gebiedskenmerken

Slide 4 - Diapositive

Bron 1: Koper
  • In de Atacama ligt de grootste dagbouw kopermijn ter wereld.
  • Koper is het belangrijkste exportproduct van Chili. Het draagt voor 20% bij aan het bnp van Chili
  • onbewerkte (ruwe) grondstoffen uit de grond halen noem je delfstoffen
  • deze grondstoffen kan je bewerken tot halffabricaten. Voorbeeld: kopererts > koperplaten > worden later muntgeld of standbeelden

Slide 5 - Diapositive

Dagbouw: open in het landschap. Daar werken mensen alleen overdag.
Schachtbouw: onder de grond. Daar kunnen mensen de 24/7 werken.

Slide 6 - Diapositive

Bron 2: Verstedelijking
  • Het CBD (Central Business District)  van Santiago wordt Sanhattan genoemd.
  • De Chilenen zijn zeer ongelijk over hun land verdeeld. Nog maar zo’n 10% van de Chilenen woont op het platteland. De urbanisatiegraad bedraagt dus ongeveer 90%.

Slide 7 - Diapositive

Verstedelijking enkele begrippen:
  • Urbanisatiegraad = het percentage stedelingen in een land
  • Ruraal-urbane migratie = migratie van platteland naar stad
  • ruraal= platteland
  • urbaan=stedelijk
  • urbanisatietempo = de snelheid waarmee de urbanisatiegraad toeneemt.
  • Krottenwijken (bidonville/slum/favela): wijken waar bewoners zelf illegaal een huis hebben gebouwd.

Slide 8 - Diapositive

Hoe ........... een land, hoe ...............de verstedelijkingsgraad/urbanisatiegraad.


Hoe ....... een land, hoe .......
het urbanisatietempo
hoger
hoger
armer
rijker

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Bron 3: Wijn
  • Chili is een van grootste wijnproducenten ter wereld. dit is mogelijk door:
  • Mediterraans klimaat rond het midden van Chili
  • Opkomst van Chileense de wijn groeide het sterkst na de jaren 80 van de vorige eeuw.

Slide 12 - Diapositive

Bron 4: Economische ontwikkeling
  • Om Chili economisch te ontwikkelen, werd eerst gekozen voor het opzetten van fabrieken die de invoer moesten vervangen (importsubstitutie).
  • Helaas was de binnenlandse markt daar te klein voor en steeg de koopkracht te weinig.
  • Nu is gekozen voor diversificatie, meerdere exportproducten.
  • Door verdragen met andere landen af te sluiten probeert Chili de afzetmarkt uit te breiden.

Slide 13 - Diapositive

Bron 4: Economische ontwikkeling
  • BNP (brunto nationaal product)  stijgt
  • Importsubstitutie, eenvoudige producten die eerst werden geïmporteerd worden nu in eigen land geproduceerd. (mislukte, omdat:
binnenlandse markt te klein is, en de koopkracht te laag

  • Chili zet in op diversificatie; bosbouw,
fruitteelt, wijnbouw, toerisme

Slide 14 - Diapositive

Bron 5: bevolking
  • In Chili wonen ongeveer 18 miljoen mensen. In de twintigste eeuw is de natuurlijke bevolkingsgroei steeds verder gedaald.
  • Het geboortecijfer in 2014 was 14‰ en het sterftecijfer 6‰.
  • De Chileense bevolking bestaat uit verschillende bevolkingsgroepen: mestiezen (afstammelingen van Spaanse kolonisten en indiaanse vrouwen), inheemse volken of ‘pueblos indígenas’ en blanken.

Slide 15 - Diapositive

Bron 5: Bevolking/Demografie 
Demografie = Wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeert.
  • Geboorte- en sterftecijfers
  • Immigratie en emigratie
  • Bevolkingsgroei of -afname
  • Kenmerken van de bevolking (leeftijd, geslacht, opleiding, etc.)

Slide 16 - Diapositive

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?

geboortecijfer - sterftecijfer

hoger geboortecijfer dan sterftecijfer = geboorteoverschot

hoger sterftecijfer dan geboortecijfer = sterfteoverschot

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo

paaseiland: bron 6
  • 1722 ontdekt door Nederlander Jacob Roggeveen
  • 887 tufstenen beelden van waarschijnlijk stamhoofden
  • toen 2.000-3.000 inwoners, eeuwen eerder 17.000 inwoners
  • nu kaal, vroeger palmbomen, zaden opgegeten door de ratten
  • relatie bewoners en natuurlijke hulpbronnen cruciaal

Slide 20 - Diapositive

Bron 7: Allende en Pinochet
Salvador Allende en generaal Pinochet zijn twee leiders geweest die hun stempel op Chili hebben gedrukt.
Pinochet was een dictator die een terreurbewind voerde.

Slide 21 - Diapositive

Bron 7: Junta's in Latijns-Amerika
  • Junta = een militaire dictatuur.
  • Junta’s: 
  • Kregen steun van de rijke bovenlaag 
  • (bang om eigen rijkdom te verliezen)
  • Pakten iedereen op die tegen hen waren                 
  • (communisten en linkse democraten).
  • VS steunden de Junta’s, omdat zij vochten tegen de communisten.
  • VS heeft zelf geholpen met het omverwerpen van een democratie in Chili.

Augusto Pinochet met leden van de Militaire Junta

Slide 22 - Diapositive

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H3 koper, verstedelijking, wijn + B179, B223
maken opdracht 1 t/m 6
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 46
  • werkboek blz. 52/53
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

herhalen/nabespreken

Slide 24 - Diapositive

Een deel van het koper uit Chili wordt eerst bewerkt en dan geëxporteerd. Wat is daar een voordeel van?
A
Dat wordt beter verkocht
B
Brazilië koopt veel koperdraad
C
Het levert werkgelegenheid op
D
Het levert meer inkomsten op

Slide 25 - Quiz

Wat is geen gebiedskenmerk?
A
Ligging
B
Natuurlijke omgeving
C
Demografische kenmerken
D
Ingericht landschap

Slide 26 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een ruwe grondstof?
A
Een accu
B
IJzererts
C
Een autoband
D
Aardolie

Slide 27 - Quiz

Welke van deze 2 vormen van mijnbouw haalt grondstoffen uit de diepe ondergrond?
A
Dagbouw
B
Schachtbouw

Slide 28 - Quiz