Bellen en mailen

Thema 2: Bellen en mailen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsISKLeerroute 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 2: Bellen en mailen

Slide 1 - Diapositive

De bus komt eraan. ____ is laat.
A
Hij
B
Het

Slide 2 - Quiz

Jan komt niet op school. ___ is ziek.
A
Hij
B
Het

Slide 3 - Quiz

Het paard loopt op straat. ___ loopt hard.
A
Hij
B
Het

Slide 4 - Quiz

Het pak is zwaar. ___ weegt vier kilo.
A
Hij
B
Het

Slide 5 - Quiz

De winkel is dicht. ____ is niet open.
A
Hij
B
Het

Slide 6 - Quiz

De kinderen spelen buiten. ____ hebben vrij.
A
Zij
B
We
C
Je

Slide 7 - Quiz

Opa en oma komen morgen. Hoe laat komen ___.
A
Zij
B
We
C
Je

Slide 8 - Quiz

Moeder doet boodschappen. ____ koopt rijst en groente.
A
Zij
B
We
C
Je

Slide 9 - Quiz

De bus staat stil. ____ is kapot.
A
Zij
B
Hij
C
Het

Slide 10 - Quiz

De juf is ziek. ______ komt niet naar school.
A
Zij
B
Hij
C
Het

Slide 11 - Quiz

Ik heb mijn tas in de bus laten liggen. Dat is echt ______.
A
goed
B
moeilijk
C
samen
D
vervelend

Slide 12 - Quiz

Kom je mij ophalen? Nee, ik ga _____ naar school.
A
rechtstreeks
B
persoonlijk
C
zomaar

Slide 13 - Quiz

Als je te laat bent moet je een briefje ______.
A
halen
B
krijgen
C
vertellen

Slide 14 - Quiz

Mijn moeder moet het formulier nog ________.
A
opbellen
B
noteren
C
ondertekenen

Slide 15 - Quiz

Wat is de __________ waarom je te laat bent?
A
plaats
B
reden
C
regel

Slide 16 - Quiz

De juf maakt voor mij een _________. Ik mag mijn telefoon gebruiken.
A
verantwoordelijkheid
B
toestemming
C
uitzondering

Slide 17 - Quiz

Vertel de juf dat je te laat bent. Gebruik deze woorden: fiets, kapot, lopend

Slide 18 - Question ouverte

Vertel meester Vincent dat je niet kan gymmen. Gebruik deze woorden: dokter, pijn, rust

Slide 19 - Question ouverte

Mail dat je wilt werken bij de supermarkt

Slide 20 - Question ouverte