Methodisch handelen en doelgericht werken Thema 1 Basisboek Sociaal Werk

Methodisch handelen en doelgericht werken. 

Thema 1 Basisboek Sociaal werk 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Methodisch handelen en doelgericht werken. 

Thema 1 Basisboek Sociaal werk 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Kennismaken
  • uitleg groeiboek
  • Thema 1 behandelen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student de kenmerken van methodisch werken  benoemen en uitleggen.
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat methodisch werken is. 
  • Aan het einde van de les kan de student de fasen in methodisch werken benoemen en uitleggen. 
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat de SMART methode is. 
  • Aan het einde van les kan de student persoonlijk doel SMART formuleren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:45
Wat weet jij al van methodisch handelen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodisch handelen
Methodisch werken= bewust handelen, volgens vooraf geplande stappen of een bepaalde wijze om een doel te bereiken. 

Slide 5 - Diapositive

Methodisch werken is het handelen volgens vooraf bepaalde stappen!
Door methodisch te handelen, leer je op een gestructureerde manier je doel te bereiken.
Methodisch werken is niet persé een plan opstellen. Het komt vaker voor dan men denkt. Denk aan wat je dagelijks doet (vaste patronen).
Als professional moet je natuurlijk wel een plan opstellen! In welke organisatie je ook werkt, elke organisatie biedt hulp en ondersteuning aan cliënten met hulpvraag. Elke organisatie heeft nagedacht over de doelstellingen die ze nastreeft en welke visie ze daarbij gebruikt. Aan de hand daarvan kiest de organisatie de methoden waarmee gewerkt wordt.


Geef een voorbeeld hoe jij zelf methodisch werkt.
Zie jij de overeenkomsten?
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Methode
= een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te behalen. 

Kenmerken:
  • Over wie gaat het?
  • Wat wil ik met de methode bereiken
  • Hoe ga ik te werk?
  • Wanneer nee ik welke stap
  • Wat is de samenhang en de fasering
  • In welke omstandigheden wordt de methode toegepast

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vier belangrijke begrippen die horen bij methodisch handelen:
Methodisch handelen: 
methodische cyclus -> informatie verzamelen, 
vraagstuk, doelen, plannen, uitvoeren, evalueren
Planmatig
weg waarlangs men werkt
 stap voor stap, bewust zijn van wat je en hoe je iets doet
Systematisch handelen:
Via een systeem naar een doel toe werken
Doel
gericht
je richten op een doel wat je hebt geformuleerd samen met betrokkenen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensterreinen als basis voor
methodisch werken
Bij het onderzoeken van de hulpvraag besteed je aandacht aan alle levensterreinen. Welke dit zijn, hangt af van je doelgroep.

De acht levensterreinen die bij methodisch werken in de MZ worden onderscheiden, zijn:
  1. Financiën
  2. Sociaal functioneren
  3. Psychisch functioneren
  4. Zingeving
  5. Lichamelijk functioneren
  6. Praktisch functioneren
  7. Dagbesteding

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodisch werken is gefaseerd werken
Alle methoden en plannen hebben een begin en een eind. Het methodisch werken, kent drie opeenvolgende fasen:
  • Voorbereiding
  • Uitvoering
  • Evaluatie

Elke fase is weer onderverdeeld in stappen. Deze fasen hebben hetzelfde voor ogen:
  • Doelgericht, systematisch, procesmatig, bewust en efficiënt werken bevorderen.
  • Het mogelijk maken om een zorg- of begeleidingstraject te evalueren en verantwoording af te leggen over de geboden zorg of begeleiding.
  • Cliënten centraal stellen en hen zien als mensen die zelf richting geven aan hun leven en daarmee een gelijkwaardige, verantwoordelijke en mogelijke actieve rol hebben in het zorg- of begeleidingsproces.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:21
Dit doet Sanne door methodisch te werk te gaan.

Wat is het voordeel van methodisch werken?
A
Het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
Je doorloopt alle stappen van het proces
C
Een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
De product en procesevaluatie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:39
Wat er verteld werd is Fase 1: voorbereiding.
Wat gebeurt er niet tijdens deze fase?
A
Informatie verzamelen
B
Wensen, behoeften en problemen vaststellen
C
Doelen formuleren en activiteiten vaststellen en plannen
D
Activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:40
Dit is Fase 2: Uitvoering.
Wat vindt er plaats tijdens deze fase?
A
Evalueren en reflecteren op het eigen handelen
B
Geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden
C
Activiteiten vaststellen en plannen
D
Doelen formuleren

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:42
Wat is evalueren?
A
Het tussentijds of achteraf beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf opgestelde criteria.
B
Vermogen om kritisch en op afstand te kijken naar het eigen handelen en naar de effecten daarvan.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodisch werken als cyclisch proces
Alle stappen samen vormen een cirkel, het is een cyclisch proces. Cyclisch proces is een zich steeds herhalend proces.
 

Welke activiteit je ook uitzet en welk begeleidingsplan je ook maakt, het is altijd een kwestie van het zetten van een aantal opeenvolgende stappen.
Je plant, je doet, je checkt je sluit af of je stelt bij. En dan begin je weer opnieuw.

Het doorlopen van deze stappen noemen we het PDCA-principe.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De PDCA-cyclus
De PDCA-cyclus noemt vier stappen om tot kwaliteitsverbetering te komen:
  • Plan: Maak een plan op grond van de doelen die je wilt bereiken
  • Do: Voer het plan uit
  • Check: Vergelijk de behaalde resultaten met het resultaat dat je had willen bereiken
  • Act: Stel de behaalde resultaten vast of stuur bij in die alsnog te bereiken.

Ook bij PDCA-cyclus komen de drie fasen naar voren
 (voorbereiding, uitvoering en evaluatie).


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf jouw persoonlijk doel voor dit jaar op. ( jouw voornemen)

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel
Iets dat je wilt bereiken.
Een gewenste en duidelijke omschreven situatie  die op een vooraf vastgesteld tijdstip bereikt moet zijn.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Lees de casus op pagina 25 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan:
Zonder doel geen.....

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut van een doel
Geeft richting: “Doelen zijn nodig om te bepalen hoe wij moeten handelen, hoe wij moeten besluiten en hoe wij ons ten opzichte van elkaar en de omgeving moeten gedragen.“ 

Lost problemen op: “Doelen vormen de basis onder plannen. Ze zijn het fundament; geen goed geformuleerd doel is geen goed plan. Doelen worden gebruikt om de richting en het resultaat van tevoren vast te leggen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met smart doel?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak jouw doelen er nog even bij
Hoe smart heb jij deze geformuleerd?
Wie, wat, waar, wanneer, hoe, met wie, waarom, waarmee
Pas hem aan volgens de SMART methode en geef hem vervolgens aan jouw groepsgenoten, zij kijken waar het nog "SMARTER" kan enz. enz. 
Daarna maak je hier een bewijsstuk van voor in jouw portfolio. Koppel dit dan aan het juiste werkproces. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions