Symbolen - pictogrammen

Wassymbolen en schoonmaakpictogrammen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2,5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wassymbolen en schoonmaakpictogrammen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat denk je?

Ken je de symbolen en pictogrammen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Weet ik niet

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het volgende symbool?
A
40 graden normaal wasprogramma
B
40 graden anti-kreukprogramma
C
40 graden fijne was
D
40 graden wol-wasprogramma

Slide 5 - Quiz

Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 6 - Question de remorquage

Wat betekent het volgend symbool?
A
niet strijken
B
lauw strijken
C
warm strijken
D
heet strijken

Slide 7 - Quiz

Gevarensymbolen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Dit symbool op een schoonmaakmiddel betekent:
A
bijtend
B
irriterend
C
explosief
D
licht ontvlambaar

Slide 12 - Quiz

Ontvlam
baar
Niet mengen
Irriterend
Giftig
Explosief
Bijtend

Slide 13 - Question de remorquage

Op een schoonmaakmiddel staat het volgende gevarensymbool.
Welke maatregel neem je?

A
Je draagt handschoenen.
B
Je houdt je aan de dosering.
C
Je draagt een mondkapje

Slide 14 - Quiz

Pictogrammen
Op professionele schoonmaakmiddelen staan ook pictogrammen die aangeven voor welk gebied het schoonmaakmiddel is. 
Iedere schoonmaker kent deze icoontjes wel. 
Ze geven op een gemakkelijke wijze het gebruik van een reinigingsmiddel, hulpmiddel en machine aan.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Moet ik de symbolen en pictogrammen nog goed oefenen?
A
Nee
B
Ja
C
Het ging redelijk

Slide 17 - Quiz

Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.

Voor een veilig gebruik van schoonmaakmiddelen is het belangrijk dat je weet wat de symbolen betekenen en dat je de informatie op de etiketten leest en toepast. 

Slide 18 - Diapositive