Het aanwijzend voornaamwoord - l'adjectif démonstratif - klas 2

Het aanwijzend voornaamwoord
Grammaire C, chapitre 6
vwo 2
Bekijk de volgende video instructie, neem aantekeningen. Dan beantwoord de vragen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Het aanwijzend voornaamwoord
Grammaire C, chapitre 6
vwo 2
Bekijk de volgende video instructie, neem aantekeningen. Dan beantwoord de vragen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welke aanwijzend vnw kun je niet vertalen door
CE in het Frans?
A
die/deze
B
dit/dat
C
alles kan door CE vertaal worden.

Slide 3 - Quiz

Theorie
Heb je nog vragen hierover? Vraag deze gerust aan je docent via Zoom.

Is het duidelijk tot nu toe? Even checken met de volgende vragen over de theorie. Er is maar 1 goed antwoord.

Slide 4 - Diapositive

VRAI OU FAUX
Er zijn twee aanwijzende vnw mogelijk voor mannelijk enkelvoud woorden.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 5 - Quiz

VRAI OU FAUX
In het meervoud, moet je ook weten of het woord vrouwelijk of mannelijk is om de juiste vorm van aanw. vnw te kiezen.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 6 - Quiz

Toepassing:
In de volgende dias moet je deze / die / dat vertalen in het Frans om zinnen compleet te maken. 

Kies de juiste vorm van de aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Kies uit ce, cet, cette of ces. Er is maar 1 goed antwoord.

Slide 7 - Diapositive

1. ...... professeur (m) est nouveau.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 8 - Quiz

2. .... étudiante est italienne.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 9 - Quiz

3. Nous habitons à côté de ..... grand magasin (m).
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 10 - Quiz

4. Combien coûtent ..... oranges (v)?
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 11 - Quiz

5. Vous comprenez ...... explications (v)?
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 12 - Quiz

6. Tu restes dans ..... hôtel (m)?
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 13 - Quiz