voeding

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Voedingsleer

Inleiding

Voedingsleer

Voedingsstoffen;

• energieleverende stoffen (vetten/koolhydraten/eiwitten)
• bouwstoffen (water/eiwitten en mineralen)
• regulerende stoffen( Vitamines en mineralen)

Energie kun je ook uitdrukken in....

1. Vetten
2. KCAL
3. Eiwitten
4. Weet ik niet

Voeding is noodzakelijk

• onderhoud en herstel (bij voorbeeld bij wonden)
• voor energie  (bewegingen en temperatuur)
• voor allerlei processen in het lichaam (ijzer voor zuurstofopname)

Welke vetten zijn er gezonder?

1. Plantaardige (zonnebloemolie)
2. Dierlijke (vlees, kaas, eieren,roomboter)
3. Maakt niet uit

Voor het stimuleren van de darmperistaltiek moet je eten......

1. zetmeel
2. suikers
3. vezels
4. alle antwoorden zijn goed

Water

Taak van water;

zorgen dat de cellen de vorm houden

vervoer van allerlei stoffen

rol bij de regeling van de lichaamstemperatuur

oplosmiddel voor allerlei stoffen

Hoeveel moet de client drinken?

Regulerende stoffen

In water oplosbare vitamines (B en C)

in vet oplosbare vitamines (A, D, E en K)

Mineralen (Calcium, Natrium, Fluoride, ijzer)

Boek Dienstverlenende werkzaamheden Hoofdstuk 5!

Schijf van vijf

Basis regels

eet gevarieerd

eet niet te veel (energiebalans)

eet minder verzadigd vet (verhogen het cholesterol in bloed)

eet veel groente/fruit en brood (200 gram en 2 stuks fruit)

eet veilig (hygiëne en houdbaarheid)

Voedselbederf

Door bijvoorbeeld; 

• ongedierte
• micro-organisme
• chemische besmetting

Belangrijke termen

• voedselinfectie/voedselvergiftiging
• kruisbesmetting 
• herbesmetting
• HACCP= voedsel veiligheid systeem (maatregelen die bijdragen aan de voedselveiligheid)

Hoe zorgen jullie voor de voedselveiligheid?

Opdracht

• Maak een groepje van 3
• Wat is belangrijk voor jullie doelgroep wat betreft voeding?
• Volgende week  terugkoppeling!