Maanden en Seizoenen
1 / 18
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Lien
Slide 4 - Vidéo
In een jaar zitten:
A
06 maanden
B
24 maanden
C
31 maanden
D
12 maanden
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
De vierde maand van het jaar is
A
April
B
Mei
C
Juli
D
September
Slide 7 - Quiz
De tweede maand van het jaar is
A
Maart
B
Mei
C
Januari
D
Februari
Slide 8 - Quiz
De negende maand van het jaar is
A
Oktober
B
September
C
Augustus
D
Na de grote vakantie
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Diapositive
Welke maanden zijn in de zomer
A
September en oktober
B
Juni en juli
C
Maart en april
D
Juli en augustus
Slide 12 - Quiz
welke maand is in de winter?
A
november
B
april
C
juli
D
februari
Slide 13 - Quiz
Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt
Slide 14 - Quiz
Lente
zomer
herfst
winter
Slide 15 - Question de remorquage
juni is de 3e maand
waar
niet waar
Slide 16 - Sondage
november is de 11e maand
waar
niet waar
