Grammar Basics, superstition

Grammar Basics: 
SUPERSTITION
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Grammar Basics: 
SUPERSTITION

Slide 1 - Diapositive

Take a good look at this picture. 

Slide 2 - Diapositive

What does the word 'superstition' mean?
A
treinstation
B
bijgeloof
C
liefdesverdriet
D
hechting

Slide 3 - Quiz

Name something that people think is LUCKY.

Slide 4 - Carte mentale

Name something that people think is UNLUCKY.

Slide 5 - Carte mentale

How superstitious are YOU?
Extremely superstitious.
Pretty superstitious.
Not very superstitious.
Not at all superstitious.

Slide 6 - Sondage

A video
Let's watch a video about superstition.

Slide 7 - Diapositive

11

Slide 8 - Vidéo

00:00
Let op:
Er worden nu snel achter elkaar 5 verschillende soorten bijgeloof genoemd. Kunnen jullie ze straks alle 5 nog opnoemen?

Slide 9 - Diapositive

00:40
Er zijn nu 5 verschillende bekende soorten bijgeloof genoemd. Hoeveel weten jullie er nog?

Slide 10 - Question ouverte

01:07
Hoe begon het idee dat 13 een ongeluksgetal is?
A
Jezus werd gearresteerd toen hij met 12 vrienden zat te eten.
B
Jezus zei dat het een ongeluksgetal is en veel mensen geloven in hem.
C
Met 13 mensen aan tafel zitten brengt altijd ongeluk.

Slide 11 - Quiz

01:22
Hoe kun je aan gebouwen zien dat 13 als ongeluksgetal wordt beschouwd?

Slide 12 - Carte mentale

02:05
Waarom dachten mensen heel vroeger dat op een boom kloppen goed was?
(Afkloppen, knocking on wood)
A
Mensen dachten dat hout geluk bracht.
B
Bomen hielden van aandacht.
C
Dat dachten ze niet, het bracht ongeluk.
D
De geest in de boom zou je helpen.

Slide 13 - Quiz

02:25
Wat betekent het getal 17 (xivi) volgens Italianen?

Slide 14 - Carte mentale

02:49
In welk land brengt 14 ongeluk omdat het 'moet sterven' betekent?
A
China
B
Japan
C
Korea
D
China, Japan en Korea.

Slide 15 - Quiz

03:38
Hieronder zie je 3 soorten bijgeloof. Twee ervan waren ooit best verstandig. Welke hoort daar niet bij en is gewoon onzin?
A
Struikelen over een tegel brengt ongeluk.
B
Je mag niet fluiten achter het toneel.
C
Je moet niet 3 sigaretten aansteken met 1 lucifer.

Slide 16 - Quiz

04:19
Wat is de grootste oorzaak dat mensen bijgelovig zijn?
A
Hun godsdienst / geloof.
B
Hun cultuur.
C
Hun vriendenkring.
D
Hun eigen karakter.

Slide 17 - Quiz

04:53
Welk feit / weetje ga jij onthouden uit deze video?

Slide 18 - Question ouverte

Popular superstitions 
in The Netherlands
Do you recognise these 9 superstitions?
Do you know what they mean?

Slide 19 - Diapositive

Horseshoe

Slide 20 - Diapositive

What happens when someone sneezes three times?

Slide 21 - Carte mentale

four leaf clover

Slide 22 - Diapositive

What do people in The Netherlands have to do when they make a toast?
A
They have to say "Cheers!"
B
They have to touch the bar.
C
They have to smile.
D
They have to look each other in the eyes.

Slide 23 - Quiz

mirror

Slide 24 - Diapositive

What do Dutch people have to do when they meet the same person 3 times in one day?
A
Give that person a treat.
B
Hide from that person.
C
Ask for money.
D
I have no idea.

Slide 25 - Quiz

evil eye

Slide 26 - Diapositive

What happens if you open an umbrella inside?
A
You die.
B
You get good luck.
C
You get back luck.
D
It will start raining.

Slide 27 - Quiz

shooting star

Slide 28 - Diapositive

fingers crossed

Slide 29 - Diapositive

And what if someone crosses their fingers behind their back?

Slide 30 - Carte mentale

04:53
Gelukssokken kunnen ook echt geluk brengen. Hoe?

Slide 31 - Question ouverte

Pair up & make a mind map:
What superstitions do you KNOW? Write them on the mind map.
What superstitions do you also PRACTISE? Circle those on the mind map. 
Draw little pictures to illustrate your mind map.


Slide 32 - Diapositive

Een tip en een top over deze les.
Thanks!

Slide 33 - Question ouverte