Fundament Kiesstelsel

Het kiesstelsel
In Nederland hebben we drie bestuursniveaus: 
-gemeentelijk (355 gemeentes)
-provinciaal (12 provinciën)
-landelijk 
Daarboven staat nog het Europese bestuur. 
 Ook hebben we nog 21 waterschappen.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het kiesstelsel
In Nederland hebben we drie bestuursniveaus: 
-gemeentelijk (355 gemeentes)
-provinciaal (12 provinciën)
-landelijk 
Daarboven staat nog het Europese bestuur. 
 Ook hebben we nog 21 waterschappen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Bestuurslagen
Elke bestuurslaag heeft invloed op jouw dagelijks leven, maar andersom heb jij natuurlijk ook invloed, door te gaan stemmen.

Opdracht 1: Maak in Word de onderstaande tabel na. Zoek op internet op welke ministeries er zijn, wie de verantwoordelijke minister daarvan is, welke staatssecretaris daarbij hoort, wat de belangrijkste onderwerpen zijn van elk ministerie.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

De provincie
1b. Beschrijf in eigen woorden voor welke zaken de provinciale overheid verantwoordelijk is

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

De gemeente
1b. Beschrijf in eigen woorden voor welke zaken de gemeentelijke overheid verantwoordelijk is

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Verkiezingen
Opdracht 2.

In het filmpje zag je de verschillende kleuren van de stoelen/zetels. Hoe kun je op zo’n stoel terechtkomen?

Slide 10 - Diapositive

Politieke partijen
Opdracht 3.

Wat zijn de belangrijkste politieke partijen die in het filmpje genoemd worden?

Slide 11 - Diapositive

Personen op de kieslijst
Opdracht 4.

Hoe wordt de persoon die bovenaan de kieslijst staat genoemd, hoe worden de overige personen op de lijst genoemd?

Slide 12 - Diapositive

Stemmen, op wie dan?
Opdracht 5.

Hoe kun je bepalen op wie je gaat stemmen?

Hoe ga jij dat doen?

Slide 13 - Diapositive

Formatie 1
Opdracht 6.

Wat gebeurt er direct na de verkiezingen?

Slide 14 - Diapositive

Formatie 2
Opdracht 7.

Hoe kan er een regering gevormd worden?

Wat is het woord voor het samenwerkingsverband van de partijen die in de regering zitten?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Formatie 3
Opdracht 8.

Beschrijf in het Engels in 150 woorden hoe de formatie plaatsvindt in Nederland.

Slide 17 - Diapositive