Week 36 Paragraaf 1.4 / 1.5 / 1.6

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

10 minuten 

oefenen begrippen:

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2 

Hoofdstuk 3 

Alles goed met iedereen?

😒🙁😐🙂😃

Doel van deze les

• Aan het eind van deze les heb je kennis over paragraaf 1.4, 1.5 en 1.6 
• Aan het eind van de les ben je bekend met de begrippen: statische maatschappij, dynamische maatschappij, onderhandelingsopvoeding, socialiserende instituties, imitatie, natuuraanhangers, cultuuraanhangers. 

Jonge mensen helpen bij het volwassen worde.

Het oefenen van bepaalde gedragswijzigingen tot ze vaste gewoonten worden, die willekeurig herhaald kunnen worden. 

Het bewust aanvaarden en naleven van regels, normen en waarden. 

Opvoeden

Dressuur

Verinnerlijking

Er wordt van je geëist dat je volledig gehoorzaam bent. 

Je leert door "vallen en opstaan". 

Niet-doelbewste contacten

Het overdragen van regels, waarden en normen. 

autoritaire of strenge opvoeding

Vrije opvoeding of zelfopvoeding

Beïnvloeding

Socialisatie

Zaken die mensen waardevol en het nastreven waard vinden. 

wetten, regels en gewonten waarvan men aanneemt dat mensen zich eraan behoren te houden. 

Gedragswijzen die mensen er bijna automatisch op nahouden. 

Waarden 

Normen

Gewoonten

Maatschappij veranderde bijna niet

Maatschappij verandert heel snel.

Onderhandelingsopvoeding

Statische maatschappij

Dynamische maatschappij

Onderhandelingsopvoeding 

Wat is een dynamische maatschappij?

1. Een maatschappij die snel verandert
2. Een maatschappij die hetzelfde blijft
3. Een maatschappij die nooit verandert
4. Geen van de antwoorden is goed.

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "een maatschappij die bijna niet verandert"?

1. dynamische maatschappij
2. een socialiserende maatschappij
3. een statische maatschappij
4. geen van de antwoorden is juist

Vroeger werkten veel kinderen mee op de boerderij.

1. juist
2. onjuist

In een statische maatschappij is de opvoeding duidelijk en voeden de ouders hun kinderen op zoals ze zelf zijn opgevoed.

1. juist
2. onjuist

Vroeger moesten de kinderen leren omgaan met de mensen die hun omringden.

1. juist
2. onjuist

Vroeger leerde men het kind godsdienstig te zijn.

1. juist
2. onjuist

In een dynamische maatschappij veranderden de opvatting over het huwelijk heel snel.

1. juist
2. onjuist

In vroegere gezinnen was moeder de baas.

1. juist
2. onjuist

Een van de onderdelen van opvoeding is het zelfstandig maken van kinderen.

1. juist
2. onjuist

Door middel van de opvoeding wordt bij kinderen het geweten gevormd.

1. juist
2. onjuist

Door middel van opvoeding brengen de ouders kinderen ook waardering bij voor kunstuitingen.

1. juist
2. onjuist

Heden ten dage worden in alle gezinnen in Nederland kinderen godsdienstig opgevoed.

1. juist
2. onjuist

Hoe vaak ga jij naar de kerk?

Elke zondag

Eén x in de maand

Twee x in de maand

Twee x per jaar

Alleen bij kerstnachtdienst

Wie bid ervoor het eten thuis?

Ja

Nee

Wie bid er bij opa en oma voor het eten?

Ja

Nee

De Nederlandse ouders zijn qua opvoeders de strengste van Europa.

1. juist
2. onjuist

Onderhandelingsopvoeding wil zeggen dat er weinig compromissen worden gesloten.

1. juist
2. onjuist

Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.

1. juist
2. onjuist

BEINVLOEDERS?

Instellingen en organisaties die allemaal aan socialisatie (opvoeden) doen. 

Volgen en nabootsen van het gedrag van een ander. 

Socialiserende institutties 

Imitatie 

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "instellingen en organisaties die allemaal aan opvoeding doen"

1. imiterende instituties
2. dynamische instituties
3. wetgevende instituties
4. socialiserende instituties

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "het volgen en nabootsen van het gedrag van anderen"

1. identificatie
2. imitatie
3. socialisatie
4. irritatie

Welke imitaties doet Jochem Meijer

Wie imiteer jij wel eens?

De werkplek is een voorbeeld van een socialiserende institutie

1. juist
2. onjuist

De televisie voedt mensen ook op een bepaalde manier op.

1. juist
2. onjuist

Hoe werkte de Nazi propaganda?

Als er op televisie voortdurend geweld te zien is, is de kans klein dat wij dat overnemen, want een slecht voorbeeld volgen we niet.

1. juist
2. onjuist

Biologische of genetische factoren, veel dingen zijn vanaf de geboorte al bepaald. 

Omgeving, het milie en de cultuur zijn die bepalen hoe wij handelen. Maatschappelijke factoren. 

Natuuraanhangers

Cultuuraanhangers 

Als je stelt dat maatschappelijke factoren ons gedrag bepalen, ben je het eens met de cultuur aanhangers.

1. juist
2. onjuist

Mensen hebben een individuele en sociale kant.

1. juist
2. onjuist

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "mensen die biologische of genetische factoren centraal stellen"?

1. waarden-aanhangers
2. normaanhangers
3. regelaanhangers
4. natuuraanhangers

Cultuuraanhangers stellen het volgende:

1. De natuur bepaalt vanaf je geboorte hoe je in elkaar steekt.
2. De natuur bepaalt vanaf je geboorte hoe je gaat reageren op bepaalde zaken.
3. De cultuur is altijd goed
4. De cultuur, omgeving het het milieu bepalen hoe wij handelen.

Zijn er nog vragen?

JA

NEE

WAT VOND JE VAN DE LES?

😒🙁😐🙂😃

TIPS VOOR DE DOCENT?