2 kgt 5.2 Lezen Leestaak

2 kgt 5.2 Lezen leestaak
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2 kgt 5.2 Lezen leestaak

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Je kunt de functies van een inleiding herkennen.
Je kent het tekstverband conclusie en kent de signaalwoorden die erbij horen.

Slide 2 - Diapositive

Vooraf
Als je het fijn vindt om de tekst op papier te lezen, dan moet je je boek even pakken voordat je verder gaat.  Ga naar bladzijde 188-189.

Tekst 6 in LessonUp
Bij de eerste vraag kun je de hele tekst als afbeelding zien. Bij de andere vragen zie je steeds de alinea's die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden. 
Beantwoord alle vragen in deze LessonUp.


Slide 3 - Diapositive


Lees tekst 6 verkennend
Wat is het onderwerp van de tekst, denk je?
A
de vakantie van Puck in Oeganda
B
verbod op vrijwilligerswerk in weeshuizen
C
vrijwilligerswerk in het buitenland
D
vrijwilligerswerk met Unicef

Slide 4 - Quiz


Lees tekst 6 verkennend
Wat doet de schrijver in de inleiding van de tekst?
A
Hij geeft zijn mening
B
Hij noemt het onderwerp
C
Hij stelt een vraag

Slide 5 - Quiz


Lees alinea 1 tot en met 3 nauwkeurig
Er is een grote industie voor vrijwilligers in het buitenland. (alinea 3)
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Veel vrijwilligers werken in fabrieken in het buitenland.
B
Er zijn veel bedrijven die veel geld verdienen aan jongeren die vrijwilligerswerk in het buitenland willen doen.
C
Er zijn veel vrijwilligers die heel veel geld verdienen in het buitenland

Slide 6 - Quiz


Lees alinea 1 tot en met 3 nauwkeurig
Waarnaar verwijst ze? (onderstreept in alinea 3)
A
talloze bedrijven
B
vrijwilligers die in arme landen willen werken
C
Unicef

Slide 7 - Quiz


Lees alinea 1 tot en met 3 nauwkeurig
Aan het eind van alinea 3 staat de conclusie van Unicef. Wat is de conclusie?
A
De kinderen in weeshuizen schieten er niks mee op.
B
Kinderen worden in weeshuizen gestopt om de zaken draaiende te houden.
C
De bedrijven verdienen veel geld aan de vrijwilligers.
D
De richtlijn van de organisatie is: blijf uit de buurt van die tehuizen.

Slide 8 - Quiz


Lees alinea 1 tot en met 3 nauwkeurig
Er staat geen signaalwoord bij die conclusie. Drie van de vier signaalwoorden zou je kunnen toevoegen. Welk signaalwoord past niet?
A
De richtlijn van de organisatie is dus: blijf uit de buurt van die tehuizen.
B
Kortom, de richtlijn van de organisatie is: blijf uit de buurt van die tehuizen.
C
De richtlijn van de organisatie is bijvoorbeeld: blijf uit de buurt van die tehuizen.
D
De richtlijn van de organisatie is dan ook: blijf uit de buurt van die tehuizen.

Slide 9 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig.
Wat heeft Puck in Oeganda gedaan?

A
gechild met andere vrijwilligers
B
school, ziekenhuis, dagopvang van jongeren bezocht, geholpen op het land en bij een koffieproject.
C
lesgegeven op een school, in het ziekenhuis gewerkt, koffie gezet en op het land gewerkt
D
school, ziekenhuis, dagopvang van jongeren bezocht, geholpen op het land en bij een koffieproject en op huisbezoek geweest

Slide 10 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig
Aan welke twee signaalwoorden herken je de opsomming van de activiteiten van Puck?

A
ook, verder
B
ook, daar
C
verder, daar
D
verder, geen

Slide 11 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig
In alinea 5 staat een signaalwoord dat een tegenstelling aangeeft. Welk woord is dat?

A
geen
B
toch
C
ook
D
bijvoorbeeld

Slide 12 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig
Wat betekent onder vuur liggen? (alinea 6)
A
beschoten worden
B
aangevallen worden, veel kritiek krijgen
C
veel complimenten krijgen

Slide 13 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig
Waarom had Unicef veel kritiek op het bedrijf Worldmapping? (alinea 6)
A
Volgens Unicef maakt het bedrijf Worldmapping zich schuldig aan uitbuiting van vrijwilligers.
B
Volgens Unicef maakt het bedrijf Worldmapping zich schuldig aan het verkopen van wezen.
C
Volgens Unicef maakt het bedrijf Worldmapping zich schuldig aan kinderarbeid.
D
Volgens Unicef maakt het bedrijf Worldmapping zich schuldig aan weeshuistoerisme.

Slide 14 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig
Worldmapping is het oneens met de kritiek van Unicef. Welke twee redenen geeft de directeur?
A
Het bedrijf heeft strenge richtlijnen voor weeshuizen waarmee het samenwerkt.
B
Het bedrijf heeft strenge richtlijnen voor de jongeren die de vrijwilligers reizen boeken.
C
Het bedrijf richt zich vooral op uitwisseling.
D
Het bedrijf richt zich vooral op geld verdienen.

Slide 15 - Quiz


Lees alinea 4 tot en met 6 nauwkeurig
Wat is de conclusie van de tekst?
A
"Je moet goed weten waar je aan begint, voordat je je aanmeldt als vrijwilliger in een weeshuis."
B
"Je moet veel informatie opvragen."
C
"Kun je de kinderen daar echt wel helpen?"
D
"Vrijwilligerswerk draait niet om jou, maar om de mensen die je gaat helpen."

Slide 16 - Quiz

Woordenschat
Sleep het begrip naar de juiste betekenis.
professionele 
uitwisseling
motto
spreuk
uitgevoerd door beroepsmensen
iets ruilen, elkaar iets geven

Slide 17 - Question de remorquage


Kijk terug
A
Ik weet nu precies wat een conclusie is.
B
Ik moet nog oefenen om een conclusie in de tekst te vinden.
C
Ik snap nog niet wat een conclusie is en hoe ik die herken.

Slide 18 - Quiz

Complimenten
Je hebt 5.2 lezen nu afgerond. 
Vrijwel iedereen maakt de LessonUps en daar ben ik heel blij mee. 
Tot volgende week.

Slide 19 - Diapositive