- De teksten en vragen verdelen in je groepje.
- In je eigen woorden vertellen wat er in de tekst staat.
- De tussenkopjes gebruiken om te vinden welke alinea je nodig hebt.
- De tekst stukje voor stukje lezen
- Met je ogen over de tekst glijden en naar een bepaald woord zoeken.
- De hele tekst lezen
Handig / niet handig