Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.3 Nettokracht
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling 1.2
Uitleg paragraaf 1.3
Zelfstandig werken
Afsluiting/Vragen 1.3
Slide 2 - Diapositive
Herhaling 1.2
1.2 Krachten meten
Slide 3 - Diapositive
Krachten meten
krachten kunnen gemeten worden met behulp van een krachtmeter.
Deze wordt ook wel een veerunster genoemd.
F (N)
Slide 4 - Diapositive
Onthoud!
Op alle voorwerpen werkt de zwaartekracht.
De zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt.
De zwaartekracht werkt altijd naar beneden.
De zwaartekracht bereken je met de volgende formule:
zwaartekracht = massa × sterkte van de zwaartekracht of zwaartekracht = massa × 10
Krachten meet je met een krachtmeter of veerunster.
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt in geval van evenwicht de bijbehorende krachten beschrijven.
Je kunt de netto-kracht/resultante berekenen van krachten die werken op een voorwerp.
+ Je kunt de wrijvingskracht herkennen als een kracht die tegenwerkt bij een bewegend voorwerp.
Slide 6 - Diapositive
1.3 Nettokracht
In deze situatie houden de krachten elkar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegenovergestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Slide 7 - Diapositive
1.3 Nettokracht
In deze situatie houden de krachten elkar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegenovergestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Fz
Slide 8 - Diapositive
1.3 Nettokracht
In deze situatie houden de krachten elkar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegenovergestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Fv
Fz
Slide 9 - Diapositive
Uitrekken en indrukken
Ook in deze situatie zijn er twee krachten die evenwicht maken.
De spankracht Fs ontstaat doodat het touw wordt uitgerekt.
Fs
Fz
Slide 10 - Diapositive
Uitrekken en indrukken
Er is ook een andere kracht die vaak evenwicht maakt met Fz .
Het tafel wordt door de schaal een heel klein beetje ingedrukt. Daardoor ontstaat een kracht die recht omhoog werkt: de normaalkracht (Fn).
Wat: lees je Nova boek blz. 16 t/m 18 en maak opgaven 29 t/m 34 van H 1.3 op blz. 14 t/m 15.
Hoe: helemaal stil!
Hulp: docent
Tijd: 20 minuten lang
Huiswerk: opdrachten 35 t/m 37 van paragraaf H 1.3 op blz. 15 t/m 16.
Klaar?: ga bezig met paragraaf H1.4.
timer
15:00
Slide 16 - Diapositive
Opgaaf 31
Gebruik waar nodig het gegeven dat op aarde geldt:
g = 10 N/kg.
31 Anis is net thuisgekomen uit school. Zijn rugzak met
een massa van 13,2 kg staat op de vloer in de gang.
a- Bereken de zwaartekracht op de rugzak.
Slide 17 - Diapositive
Gebruik waar nodig het gegeven dat op aarde geldt: g = 10 N/kg. 31 Anis is net thuisgekomen uit school. Zijn rugzak met een massa van 13,2 kg staat op de vloer in de gang. a- Bereken de zwaartekracht op de rugzak.
Slide 18 - Question ouverte
a- Bereken de zwaartekracht op de rugzak.
m = 13,2 kg
g = 10 N/kg
Fz = m ∙ g
= 13,2 × 10
= 132 N
Slide 19 - Diapositive
b- In deze situatie werkt er nog een andere kracht op
de rugzak.
Hoe heet die kracht?
Slide 20 - Diapositive
b- In deze situatie werkt er nog een andere kracht op de rugzak. Hoe heet die kracht?
Slide 21 - Question ouverte
b- In deze situatie werkt er nog een andere kracht op
de rugzak.
Hoe heet die kracht?
de normaalkracht
Slide 22 - Diapositive
c- Hoe groot is die kracht?
Slide 23 - Diapositive
c- Hoe groot is die kracht?
Slide 24 - Question ouverte
c- Hoe groot is die kracht?
132 N
Slide 25 - Diapositive
d- In welke richting werkt deze kracht?
Slide 26 - Diapositive
d- In welke richting werkt deze kracht?
Slide 27 - Question ouverte
d- In welke richting werkt deze kracht?
recht omhoog
Slide 28 - Diapositive
Welke twee krachten maken evenwicht: Bij een zak aardappels die aan een krachtmeter hangt?
A
de normaalkracht
B
de veerkracht
C
de zwaartekracht
D
de spankracht
Slide 29 - Quiz
Twee krachten maken evenwicht als ze: -even ……….. zijn, -en een tegengestelde ………… hebben, - en op dezelfde ……….liggen
Slide 30 - Question ouverte
Als krachten evenwicht maken, is de nettokracht
Slide 31 - Question ouverte
De nettokracht wordt ook wel de ……………. of ………….. genoemd.
Slide 32 - Question ouverte
Je vindt de nettokracht op een voorwerp door: – krachten in dezelfde richting ………………; – krachten in tegengestelde richting ……….
Slide 33 - Question ouverte
Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram
Slide 34 - Quiz
De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet
A
Wrijvings-
kracht
B
Zwaarte-
kracht
C
Gravitatie-
kracht
D
Span-
kracht
Slide 35 - Quiz
Welk symbool geeft kracht aan in de natuurkunde?
A
B
B
P
C
K
D
F
Slide 36 - Quiz
Afsluiting
Je kunt in geval van evenwicht de bijbehorende krachten beschrijven.
Je kunt de netto-kracht/resultante berekenen van krachten die werken op een voorwerp.
+ Je kunt de wrijvingskracht herkennen als een kracht die tegenwerkt bij een bewegend voorwerp.