Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Slide 1 - Diapositive
Welkom
Check-in
Passen onderwijs
Signalen op verschillende gebieden
Foto? Pauze!
ASS en verschillende vormen
Check-out
Slide 2 - Diapositive
Check-in
Slide 3 - Diapositive
Doelen
Ik kan verschillende ontwikkelingsstoornissen benoemen.
Ik leer verschillende kenmerken en kwaliteiten van de betreffende stoornis.
Slide 4 - Diapositive
FOTO
Slide 5 - Diapositive
Hoe gaat dat?
Passend Onderwijs
Slide 6 - Diapositive
Een ander woord voor een ontwikkelingsachterstand is een ontwikkelingsstoornis
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 7 - Quiz
Een ontwikkelingsachterstand is een lichamelijke of psychische aandoening waardoor de ontwikkeling anders verloopt.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 8 - Quiz
Een ontwikkelingsstoornis heb je voor het leven. De begeleiding is gericht op het leren omgaan met de stoornis.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 9 - Quiz
Wat controleren ze bij de APGARSCORE? (5)
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Vidéo
Wat kan het betekenen als een kind langzaam schrijft?
A
signaal op het gebied van motoriek
B
signaal op het gebied van taal en spraak
C
signaal op het gebied van het leervermogen
Slide 12 - Quiz
Als een kind een leerachterstand of -stoornis heeft, kan het zich kenmerken door probleem gedrag.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 13 - Quiz
10.2 Signalen
Leervermogen
Leerachterstand of een leerstoornis. De achterstand kan enorm variëren. Kenmerken zijn:
Bang zijn om fouten te maken
Verdriet en teleurstelling omdat het niet lukt
Boosheid
Moeite met het houden van de aandacht bij de leerstof
Het hebben van een slecht geheugen
Het lastig vinden van logisch denken
Enorme inspanning moeten leveren om te kunnen leren
Slide 14 - Diapositive
Ontwikkeling
Ontwikkelingsachterstand?
Kun je vergelijken met kinderen van dezelfde leeftijd.
Kan verholpen worden, het kan verdwijnen.
Slide 15 - Diapositive
Ontwikkeling
Ontwikkelingsstoornis
Is een lichamelijke of psychische aandoening.
Een ontwikkelingsstoornis blijft een leven lang.
De ontwikkeling verloopt anders.
Een kind leert met zijn eigen stoornis omgaan.
Slide 16 - Diapositive
10.2 Signalen
Slide 17 - Diapositive
10.3 Oorzaak en gevolg
Erfelijke factoren: hiermee wordt het kind geboren (DNA). Bijvoorbeeld: stofwisselingsziekte, neurlogische ziekte.
Omgevingsfactoren: omgeving speelt rol bij ontwikkeling:
te weinig stimulans op ontwikkeling
onopgemerkte problemen met horen en/of zien
gezins- of familieproblemen
hechtingsstoornis (relatie kind en opvoeder)
mishandeling / verwaarlozing
Slide 18 - Diapositive
10.3 Oorzaak en gevolg
Problemen rondom geboorte:
zuurstoftekort, infectie, middelengebruik tijdens zwangerschap, vroeggeboorte, laag geboortegewicht etc.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Een bekende autist..
Greta Thunberg
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
10.4
Problemen in de sociale communicatie
Weinig inzicht in wat anderen denken en voelen
Moeite met non-verbale communicatie
Moeite met aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties
Vertoning van herhalingsgedrag en beperkte belangstelling
Bewegen, spreken en gebruik van voorwerpen
Vasthouden aan routine
Rituelen van verbaal/ non-verbaal gedrag
Belangstelling voor één onderwerp
Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels (kleuren, geuren, geluiden, etc.)
Slide 23 - Diapositive
Start
Pervasieve ontwikkelingsstoornis
Meerdere ontwikkelingsgebieden.
klassiek autisme, Asperger, PDD-NOS
ASS
Slide 24 - Diapositive
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
10.4.2 PDD-NOS: Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified.
Kinderen hebben ook moeite met interactie en communicatie, maar ook met fantasie
Sinds 2013 wordt de benaming niet meer gebruikt, de diagnose is moeilijk te stellen.
Slide 25 - Diapositive
PDD-NOS, welke informatie heb je gevonden?
Slide 26 - Carte mentale
Slide 27 - Vidéo
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Begeleiding:
Praktische tips:
Help het kind bij de groep laten horen.
Reik het kind handvaten aan om te communiceren.
Bij een opdracht duidelijkheid: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe
Vermijd figuurlijk taalgebruik (toen kwam de aap uit de mouw)
Slide 28 - Diapositive
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kenmerken:
Onhandigheid in sociale situaties
Begrijpt en gebruikt weinig non-verbale signalen
Niet of nauwelijks leren van sociale ervaringen
Angst voor veranderingen en hierdoor zich koppig en driftig uiten
Fanatiek vasthouden aan bepaalde routines
Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
Trage taalontwikkeling of ouwelijk taalgebruik
Letterlijk nemen van de taal
Onhandige en stijve motoriek
Slide 29 - Diapositive
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kwaliteiten, het valt op dat deze kinderen:
Een goed geheugen voor feiten en data.
Uitstekend visueel geheugen.
Overstoorbaar kunnen werken.
Afspraak is afspraak.
Slide 30 - Diapositive
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
10.4.3 Syndroom van Asperger: een pervasieve ontwikkelingsstoornis, waarbij het kind beperkt is in de sociale interacties met anderen en een beperkt repertoire aan interesses en activiteiten heeft.
Hebben een gemiddelde neiging tot het maken van contact! (in tegenstelling tot andere kinderen met ASS)
Door beperkte sociale vaardigheden gaat het vaak mis en trekken ze zich terug.
Normaal tot hoogbegaafd.
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Moeite met:
Vriendschappen
Recht in de ogen aan kijken
Emoties uiten
Begrijpen van non-verbale communicatie
Begrijpen van sociale regels
Overgevoeligheid voor prikkels
Fascinatie voor specifieke prikkels
Gebrek aan inlevingsvermogen (empathie)
Monotone stem en weinig mimiek
Motorisch onhandig
Slide 33 - Diapositive
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Begeleiding Asperger:
Geef duidelijk aan wat je verwacht.
Breng gevoelens neutraal en duidelijk.
Voer nieuwe dingen stap voor stap in.
Begeleid het kind in samenwerking (zelf al groepjes maken).
Slide 34 - Diapositive
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kwaliteiten:
Enorme kennis van één onderwerp (bijvoorbeeld dinosauriërs)
Onderzoeken alles ontzettend goed
Onafhankelijk in denken, zien andere oplossingen
Heel eerlijk
Slide 35 - Diapositive
Doelen
Ik kan verschillende ontwikkelingsstoornissen benoemen.
Ik leer verschillende kenmerken en kwaliteiten van de betreffende stoornis.