Terugblik opgave Een reversibele warmtemachine die werkt tussen een warm reservoir van 500 K en een koel reservoir van 300 K, onttrekt 4000 J aan warmte aan het warme reservoir. Bereken hoeveel arbeid wordt verricht?
Slide 4 - Question ouverte
Hoe werkt koelkast?
Gebruik volgende begrippen:
Verdamper, condenser, pomp, expansieventiel en COP
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen les 6
Je kunt een omschrijving in vaktaal geven en je bent in staat opgaven te maken van de volgende vakinhoudelijke concepten:
entropie
(ir)reversibiliteit
entropievorm van de tweede hoofdwet
Je maakt kennis met een werkvorm om woordenschat van leerlingen te vergroten.
Slide 6 - Diapositive
Wat heb je deze les nodig?
Slide 7 - Carte mentale
Tentamen
CumLaude
Oefententamen met antwoorden
Formuleblad onderdeel warmte & gassen
Video met aanzet tot het maken van oefententamen
Slide 8 - Diapositive
Instructie
Uitleggen, demonstreren, controle vragen stellen
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Entropie
Entropie is een toestandsvariabele
Hangt alleen af van de toestand van het systeem (niet van de voorgeschiedenis). Net als druk, inwendige energie, enz.
Onafhankelijk van het proces dat het systeem in die toestand heeft gebracht.
Slide 13 - Diapositive
Zijn Q en W toestandsvariabelen?
A
nee
B
waarde hangt af van het doorlopen proces
C
ja
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Example 15.13 Een ijsblokje met een massa van 56 g wordt uit een opslagcompartiment bij 0 °C genomen en in een papieren beker geplaatst. Na een paar minuten is precies de helft van de massa van het ijsblokje gesmolten en wordt water bij 0 °C. Smeltwarmte van ijs is 333 kJ/kg Bereken de verandering in entropie van het ijs / water.
A
0,034 J/K
B
0,068 J/K
C
34 J/K
D
68 J/K
Slide 16 - Quiz
Misconceptual Question 15.11 Welke bewering is waar met betrekking tot de entropieverandering van een ijsblokje dat smelt?
A
Omdat smelten optreedt bij de smeltpunttemperatuur, is er geen temperatuurverandering, dus er is geen entropieverandering.
B
Omdat warmte wordt geabsorbeerd in het proces, neemt de entropie toe.
C
Omdat warmte wordt afgegeven tijdens het proces, neemt de entropie af.
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Opgave kleine entropieverandering: Een monster van 50,0 kg water bij 20,00 °C wordt gemengd met 50,0 kg water bij 24,00 °C. De toe of afgevoerde warmte is gelijk aan Q = m.c.dT = 50,0*4186*2,00 = 4,186.10^5 J Bereken de entropie verandering.
Tip: Bereken van ieder monster de verandering in entropie.
A
10 J/K
B
15 J/K
C
20 J/K
D
25 J/K
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Klopt dit volgens 2e hoofdwet?
Entropie neemt toe met 10 J/K
Delta(S) groter dan nul
Klopt met tweede hoofdwet
Is ook proces wat we verwachten (is wat gebeurt in zo'n situatie)
Slide 21 - Diapositive
Opgave fictief proces: Een monster van 50,0 kg water bij 20,00 °C wordt gemengd met 50,0 kg water bij 24,00 °C. De toe of afgevoerde warmte is gelijk aan Q = m.c.dT = 50,0*4186*2,00 = 4,186.10^5 J Maar nu fictief proces waarbij koude water 2 graden Celsius kouder wordt en warme water 2 graden Celsius warmer. Bereken de entropie verandering. Conclusie!
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Toepassing
Oefenen, groepsopdracht uitvoeren, debatteren
Slide 27 - Diapositive
Speciaal voor Perry
Dan houdt hij zijn aandacht beter vast :).
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
02:44
Welke kernwoorden uit de video heb je gezien/gehoord?
Slide 30 - Carte mentale
05:08
Geef een voorbeeld waarin je de 2e hoofdwet kunt toepassen.
Slide 31 - Question ouverte
Groepsopdracht: Formuleer 2e hoofdwet thermodynamica. Geef aan hoe zeker je van formulering bent. (1=niet zeker, 2=gemiddeld en 3=zeker)