Burgerschap : Je inleven in een ander

Je inleven in een ander
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Je inleven in een ander

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we leren?
  • Je leert de betekenis van het woord empathie.
  • Je leert dat je je empathie kan vergroten door er over te leren en er oefeningen mee te doen.
  • Je ervaart het verschil dat empathie kan maken in een spel.

Slide 2 - Diapositive

Wat gebeurt hier?
Hoe komt dat, denk je?

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent volgens jullie empathie?

Overleg in tweetallen en vertel het zo aan de rest van de klas.

Slide 4 - Diapositive

Wat is "inleving"?
Als je jezelf goed kunt inleven in een ander, dan kun je invoelen wat een ander voelt, daar begrip voor tonen en iemand tot steun zijn.

Inleven = empathie

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

                         Fragment kijken
Kijkopdracht:
Probeer je eens in te leven in  Mats.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Inleven in een ander
  1. Was het makkelijk om je in te leven in deze situatie?

  2. Wat maakte het makkelijk?

  3. Wat maakte het nog lastig?

Slide 9 - Diapositive

Inleven: je kunnen voorstellen hoe iemand anders zich voelt.
Bemoeien: je bezig houden met iets waar je niks mee te maken hebt!

Slide 10 - Diapositive

Inleven
Bemoeien
Wat zou hij ervan vinden?
Hoe vindt zij dat?
Wat zou ze voelen?
Hoe zou hij dat doen?
Hij bemoeit zich altijd met mijn werk.
Ze laat me niet met rust.
Hij bepaalt altijd hoe ik het moet doen.
Zal ik me met die ruzie bemoeien?

Slide 11 - Question de remorquage

Noem 2 voorbeelden wanneer jij je inleeft in een ander?

Slide 12 - Question ouverte

Ontwikkeling
Door de ontwikkeling van het empathisch vermogen worden: 

  • Relaties worden beter en sterker.
  • Samenwerking gaat beter.

Slide 13 - Diapositive

Voorbeelden
  • Hoe zou ik me voelen als ik dat mee zou maken?
  • Wat zou ik doen als ik in die situatie zat?
  • Hoe zou ik reageren als mij dat overkwam?
  • Wat kan maken dat iemand zo reageert?
  • Hoe zou ik het vinden als iemand zo tegen mij zou
    doen?
  • Hoe zou ik willen dat iemand zou reageren?
  • Hoe zou ik het vinden als dat mijn beste vriend,
    vriendin, zus, broer overkwam?
  • Hoe zou ik het vinden als iemand zo tegen mij
    deed zoals ik net tegen hem/haar heb gedaan?

Slide 14 - Diapositive