J28 Marketing les 3

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

In de groeifase van de productlevenscyclus is er sprake van:

1. lage kosten, stijgende afzet en stijgende winst
2. hoge kosten, stijgende afzet en stijgende winst
3. lage kosten, lage winst en stijgende afzet
4. hoge kosten, stijgende afzet en lage winst

symbolische producteigenschappen zijn niet tastbare eigenschappen zoals:

1. status, kwaliteit, service
2. service, kwaliteit, afmetingen
3. kwaliteit, kleur, afmetingen
4. afmetingen, kleur, technische details

diensten zijn niet-tastbare producten. Klopt dit?

1. nee
2. ja

goederen die een hoge bereidheid hebben om voor te winkelen met een medium productvoorkeur heten:

1. unsought goederen
2. convenience goederen
3. speciality goederen
4. shopping goederen

het assortiment van de Albert Heijn kan je het beste omschrijven als:

1. breed
2. diep
3. hoge consistentie
4. hoog

Een van de kenmerken van passieve of geholpen merkenbekendheid is:

1. Merken die mensen noemen bij een bepaald product
2. Bepaald merk opnoemen en vragen aan de mensen of zij het kennen
3. Het merk dat de mensen als eerst roepen

Voorbeelden van technische functies van een verpakking zijn:

1. materiaal, kleur, service
2. kleur, service, volume
3. service, marketing, sales
4. volume, materiaal, gewicht

een pre-transactie service element is:

1. het geven van garantie
2. het geven van een productdemonstratie
3. het geven van ruilmogelijkheden
4. het repareren van een defect product

Hoe noem je het terughalen van producten naar de fabrikant in verband met geconstateerde gebreken.

1. product recall
2. cash return
3. return on product investment
4. total recall

Als een aanbieder zich voor een vastgestelde periode garant stelt voor gebreken met betrekking tot het aangeboden product heet dit:

1. service
2. after sales service
3. involvement
4. garantie

Onder toegevoegde waarde van een product en de manier waarop mensen tegen een merk aankijken wordt verstaan:

1. imago
2. branding
3. indentiteit
4. merkentrouw