Paragraaf 1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld

Paragraaf 1.1
Kantelt het economisch wereldbeeld?
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.1
Kantelt het economisch wereldbeeld?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen paragraaf 1.1
  • Je kan uitleggen waarom het economisch wereldbeeld kantelt
  • Je kan het  verband uitleggen tussen globalisering en de verschuiving van de handelspatronen
  • je kunt aan de hand van een kaart uitleggen hoe het toekomstige economisch wereldbeeld er misschien uit komt te zien

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennis opfrissen!
In het eerste jaar is het onderwerp Arm en Rijk behandeld. In de volgende dia's gaan we je geheugen even opfrissen. Begrippen die je zou moeten weten en kunnen toepassen.

Als je ze niet meer weet is niet erg. Kijk ze dan thuis nog eens goed na. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn ontwikkelingslanden?
A
Rijke landen
B
Arme landen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent scharreleconomie?
A
mensen doen werk waar geen belasting over betaalt wordt
B
mensen bedelen voor geld
C
mensen doen werk dat niet geregistreerd staat
D
mensen lopen als scharrelkippen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel mensen verdienen hun geld in de scharreleconomie. Welke landen worden hier bedoeld?
A
westerse landen
B
rijke landen met welvaartsziekten
C
arme landen
D
landen waar het welzijn hoog is

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt de totale productie van goederen en diensten uit gedrukt per jaar in geld?
A
Bruto nationaal product
B
Bruto binnenlands product
C
Netto nationaal product
D
Netto buitenlands product

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het BNP gaat over..
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verstaan we onder 'welzijn'?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Naar welke 3 onderdelen kijk je als je welzijn wilt meten?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke drie sectoren worden economische activiteiten verdeeld?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De mensen die werken voor een inkomen
A
ambtenaren
B
sukkels
C
beroepsbevolking
D
bevolking

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Landen kun je indelen in drie verschillende groepen op basis van welvaart en welzijn. Welke drie groepen zijn dat?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging het?
- wist je nog veel?
- moest het van ver komen?
- of wist je eigenlijk niet zo veel?

-> wees eerlijk naar jezelf toe 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de BRICS-landen?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

koopkracht
  • hoeveel je voor 1 dollar kan kopen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bron 6
Het relatieve/absolute aandeel van de centrumlanden stijgt/daalt.

Het aandeel van de opkomende economieën stijgt. De snelste groeier is Japan/India /China.

Slide 20 - Diapositive

Het relatieve aandeel van de centrumlanden daalt.
Het aandeel van de opkomende economieën stijgt. De snelste groeier is China.

1
2
3

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


rol textiel
A
grondstof
B
Halffabricaat
C
Eindproduct

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


smartphone
A
grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


ijzererts
A
grondstof
B
halffabricaat
C
eindproduct

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantekeningen (check je samenvatting)
Grondstof= Nog niet bewerkte materialen
Halffabricaat= bewerkte grondstoffen (zit tussen  grondstof en halffabricaat in
Eindproduct=Producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De juiste volgorde is
A
Grondstof, eindproduct, halffabricaat
B
Grondstof, halffabricaat, eindproduct
C
Halffabricaat, grondstof, eindproduct
D
Halffabricaat, eindproduct, grondstof

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Productieketens
Grondstof
Transport
Halffabrikaat
Eindproduct
Fabricage
Halffabricaat

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van grondstof naar eindproduct
Vroeger:
Periferie -> verkoop van grondstoffen
Centrumlanden -> productie van halffabricaten en eindproducten

Tegenwoordig:
Periferie / semiperiferie -> Productie van halffabricaten en eindproducten
Centrumlanden -> sluiting van fabrieken

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak de Vaardigheden van H 1 (met de laptop-> excel)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions