V3 - literaire begrippen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

V3 - literaire begrippen

Wat is een open plek in een verhaal?

1. Een situatie die vragen bij de lezer oproept
2. Een situatie waarbij de plek heel belangrijk is.
3. Een situatie dat zich op een open plek afspeelt.
4. Een situatie die geen spanning oproept.

Een boek met een cliffhanger heeft een gesloten einde.

1. waar
2. niet waar

Wat is een thema van een verhaal?

1. een samenvatting van een verhaal
2. het genre
3. de onderliggende boodschap van het verhaal
4. een ultrakorte samenvatting in 1 zin

Wat is een motief in een verhaal?

1. een reden waarom iemand iets doet (bijvoorbeeld iemand vermoordt)
2. een steeds terugkerende gedachte of ander element dat daardoor betekenis krijgt
3. het onderwerp van een verhaal
4. de onderliggende gedachte van een verhaal

Noem een voorbeeld van ruimte

Ik-perspectief 

Hij/zij-perspectief 

Alwetend perspectief 

Wisselend perspectief 

Je weet niet wie het verhaal vertelt, het verhaal is in de hij/zij-vorm geschreven. 

Meerdere personen krijgen het woord. Verteller is onderdeel van het verhaal. 

De verteller staat boven het verhaal, hij doet niet mee. Je leest de beleving vanuit meerdere personages. 

Je leest mee vanuit de hoofdpersoon. Je leest over zijn/haar gedachten en gevoelens. 

Welke personages maken vaak een verandering door in een verhaal?

1. Alle personages
2. Hoofdpersonen
3. Bijfiguren
4. Ligt aan het boek

In een flashback...

1. ...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
2. ...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
3. ...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
4. ...blijft de chronologie van het verhaal gelijk

Is er in de volgende zin sprake van tijdvertraging of tijdversnelling?
De man haalde snel zijn pistool uit de band van zijn broek en stak zijn hoofd om het hoekje van de muur. Voordat zijn tegenstander het doorhad, had hij hem al neergeschoten.

1. tijdvertraging
2. tijdversnelling

'Zo stil ik kan, sluip ik met een sporttas vol kleren de trap af naar beneden. Het hout kraakt. Mijn hart klopt. Ik wil niemand wakker maken thuis. '

Waar is dit een voorbeeld van?

1. Tijdsprong
2. Tijdvertraging
3. Tijdversnelling
4. Vertelde tijd

Waarom gebruikt de schrijver soms tijdversnelling

1. om sneller klaar te zijn
2. om een oninteressant stuk over te slaan
3. om iets heel precies te beschrijven
4. om auto's harder te laten rijden.

Als er een stuk tijd in het verhaal wordt overgeslagen noem je dat een...

1. Tijdsprong
2. Tijdversnelling
3. Tijdvertraging
4. Tijdverdichting

roman	autobiografie	autobiografische roman
fictie verhaal, innerlijk en ontwikkeling van hoofdpersoon	non-fictie schrijver vertelt over zijn eigen leven	fictie schrijver verwerkt gegevens uit zijn eigen leven zodat het echter lijkt

wat is een antiheld?

1. een held op sokken
2. iemand die de held tegenwerkt
3. iemand die zelf de regie over zijn/ haar leven heeft
4. iemand die niet de regie over zijn/haar leven heeft

Einde les, fijne dag verder!