Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordvolgorde 2
Woordvolgorde
in Engelse zinnen
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordvolgorde
in Engelse zinnen
Slide 1 - Diapositive
Woordvolgorde
In deze Lesson-up wordt uitgelegd hoe de woordvolgorde is in Engelse zinnen.
Nadat de uitleg is geweest zijn er een paar oefenvragen zodat je kunt controleren of je het snapt.
Slide 2 - Diapositive
Woordvolgorde
Engelse zinnen hebben een vaste volgorde.
WIE
DOET
WAT
WAAR
WANNEER
John
plays
football
in the park
on Wednesday
.
Slide 3 - Diapositive
Woordvolgorde
De volgorde kan ook anders:
Als je "wanneer" vooraan in de zin zet is het belangrijk dat het op dat moment gebeurt.
WIE
DOET
WAT
WAAR
WANNEER
John
plays
football
in the park.
On Wednesday
Slide 4 - Diapositive
Woordvolgorde
Je krijgt nu een aantal vragen om te controleren of je de woordvolgorde kan toepassen.
In de oefening ga je deze volgorde aanhouden:
wie - doet - wat - waar - wanneer
Slide 5 - Diapositive
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
Billy
went
next door
5 minutes ago
Slide 6 - Question de remorquage
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
cats
at night
don't sleep
Slide 7 - Question de remorquage
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
in the garden
are playing
the children
hide and seek
Slide 8 - Question de remorquage
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
the
our tests
is going
to check
teacher
at home
tonight
Slide 9 - Question de remorquage
Woordvolgorde
Hopelijk ging dit goed.
Nu gaan we het hebben over woorden die aangeven hoevaak iets gebeurt.
Dit zijn woorden zoals: altijd, nooit, vaak, zelden enz.
Slide 10 - Diapositive
Woordvolgorde
Woorden zoals:
staan altijd
voor
het
werkwoord
in de zin, maar
na
am
,
is
,
are
of
was
,
were
.
always
usually
sometimes
never
often
altijd
meestal / gewoonlijk
soms
nooit
vaak
I
sometimes
shop
online.
John
is
never
on time.
Slide 11 - Diapositive
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
usually
I
go shopping
on Saturdays
Slide 12 - Question de remorquage
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
a shower
Bob
always
takes
in the morning
Slide 13 - Question de remorquage
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
on time
She
is
never
for class
on Friday
Slide 14 - Question de remorquage
Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
always
goes
it's
when
john
outside
raining
on
Mondays
Slide 15 - Question de remorquage
Woordvolgorde
Als het goed is begrijp je nu hoe de volgorde van Engelse zinnen gaat.
kort samengevat:
WIE DOET WAT WAAR WANNEER
Woorden zoals alway, usually, never enz. die komen voor het werkwoord,
maar na: am, is, are, was, were
Slide 16 - Diapositive
Ik snap de woordvolgorde in Engelse zinnen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Woordvolgorde
Février 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde
Mars 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde
Novembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde
Juin 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde
Mars 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde 3
Janvier 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordvolgorde
Octobre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3