‹Revenir à la recherche

Woordvolgorde 3

Woordvolgorde
in Engelse zinnen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde
in Engelse zinnen

Slide 1 - Diapositive

Woordvolgorde
In deze Lesson-up wordt uitgelegd hoe de woordvolgorde is in Engelse zinnen. 
Nadat de uitleg is geweest zijn er een paar oefenvragen zodat je kunt controleren of je het snapt.

Slide 2 - Diapositive

Woordvolgorde
Engelse zinnen hebben een vaste volgorde.
WIE
DOET
WAT
WAAR
WANNEER
John
plays
football
in the park
on Wednesday.

Slide 3 - Diapositive

Woordvolgorde
De volgorde kan ook anders:





Als je "wanneer" vooraan in de zin zet is het belangrijk dat het op dat moment gebeurt.
WIE
DOET
WAT
WAAR
WANNEER
John
plays
football
in the park.
On Wednesday

Slide 4 - Diapositive

Woordvolgorde
Je krijgt nu een aantal vragen om te controleren of je de woordvolgorde kan toepassen.

In de oefening ga je deze volgorde aanhouden:

wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 5 - Diapositive

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
cats
at night
don't sleep

Slide 6 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
Billy
went
next door
5 minutes ago

Slide 7 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
in the garden
are playing
the children
hide and seek

Slide 8 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
the
our tests
is going
to check
teacher
at home
tonight

Slide 9 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
Tom
his dog
walks 

Slide 10 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
I 
wear
my best shoes
to school

Slide 11 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
in March
goes
Eric 
to the city

Slide 12 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
the
in his
was
crying
child
bed
tonight

Slide 13 - Question de remorquage

Woordvolgorde
Hopelijk ging dit goed.

Nu gaan we het hebben over woorden die aangeven hoevaak iets gebeurt.
Dit zijn woorden zoals: altijd, nooit, vaak, zelden enz.

Slide 14 - Diapositive

Woordvolgorde
Woorden zoals:




staan altijd voor het werkwoord in de zin.
always
usually
sometimes
never
often
altijd
meestal / gewoonlijk
soms
nooit
vaak
I sometimes shop online.

Slide 15 - Diapositive

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
usually
I
go shopping
on Saturdays

Slide 16 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
a shower
Bob
always 
takes
in the morning

Slide 17 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
on time
She
is
never
for class
on Friday

Slide 18 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
always
goes
it's
when
john
outside
raining
on
Mondays

Slide 19 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
never
He
go shopping
in London

Slide 20 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
on bed
the cat
always 
climbs
in the morning

Slide 21 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
at home
he
never
stops
playing games
on Friday

Slide 22 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
often
goes
it's
when
Pim
outside
snowing
on
Mondays

Slide 23 - Question de remorquage

Woordvolgorde
Als het goed is begrijp je nu hoe de volgorde van Engelse zinnen gaat.

kort samengevat:
WIE     DOET     WAT     WAAR     WANNEER

Woorden zoals alway, usually, never enz. die komen voor het werkwoord,
maar na: am, is, are, was, were

Slide 24 - Diapositive

Ik snap de woordvolgorde in Engelse zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Plus de leçons comme celle-ci

Woordvolgorde

- Leçon avec 16 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Woordvolgorde

- Leçon avec 17 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Woordvolgorde

- Leçon avec 17 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Woordvolgorde 2

- Leçon avec 17 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Woordvolgorde

- Leçon avec 14 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Woordvolgorde

- Leçon avec 23 diapositives
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Woordvolgorde

- Leçon avec 16 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Woordvolgorde

- Leçon avec 30 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3