Nieuwe hobby's (bron 1543)

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leesdoelen van deze bron:
Je leest vandaag een informatietekst over drie bijzondere hobby's van kinderen. Hiervoor heeft de schrijver drie kinderen geïnterviewd.

Je leert dat er heel veel dingen zijn, die je in je vrije tijd kunt doen. 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
Je leert wat verwijswoorden zijn.

Slide 3 - Diapositive

Verwijswoorden
Verwijswoorden verwijzen naar iets of iemand in de tekst. Op de plaats van het verwijswoord kun je altijd een ander woord invullen en soms zelfs een zin.

Voorbeelden van verwijswoorden: hij, hem, deze, die
zij, haar, deze, die, het, dit, dat 

Slide 4 - Diapositive

De juf leest voor....

Slide 5 - Diapositive

De wereld een beetje mooier, vrolijker en interessanter maken, dat is wat wildbreister Shanty wil.
Waar verwijst het woordje dat naar?

Wat wil wildbreister Shanty?
De wereld een beetje mooier, vrolijker en interessanter maken.

Dat = de wereld een beetje mooier, vrolijker en interessanter maken.

Slide 6 - Diapositive

Ze breide kleertjes voor de tuinkabouter van haar oma.
Wie wordt bedoeld met "ze"

Slide 7 - Question ouverte

Je hebt geen patroon nodig, je kunt het gezellig samen doen en het is een hobby die niks kost.
Wat wordt er bedoelt met de tweede "het"?

Slide 8 - Question ouverte

... of duwen ze bij haar thuis door de brievenbus.
Wat of wie wordt bedoeld met "ze"
A
de tuinkabouter
B
haar oma
C
de restjes wol
D
Shanty

Slide 9 - Quiz

We lezen samen....

Slide 10 - Diapositive

Niet voor niks heeft hij een grote verzameling ridderboeken en ridderspullen.
Wie wordt bedoeld met "hij"?

Slide 11 - Question ouverte

Dat zijn rollenspellen voor kinderen in een andere wereld.

Wat wordt bedoeld met "dat"?

Slide 12 - Question ouverte

Ze verzinnen hun eigen verhaal.
Wie worden bedoeld met "Ze"?
A
kinderen
B
de ridderboeken
C
de ridderspullen
D
andere jongens en meisjes

Slide 13 - Quiz

Logisch dat Lars na zo'n ridderavontuur doodmoe in zijn nest rolt.

Wiens nest?

Slide 14 - Question ouverte

Lees nu zelf....

Slide 15 - Diapositive

Tot haar moeder zei dat je daar vierkante ogen van krijgt.

Wie of wat wordt bedoeld met "haar".

Slide 16 - Question ouverte

Voorlopig is ze cameravrouw én regisseur tegelijk.
Wie of wat wordt bedoeld met "ze"?
A
haar moeder
B
Fien
C
vrienden
D
acteurs

Slide 17 - Quiz

Ik weet nu wat verwijswoorden zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage