6.3 Volgorde van bewerkingen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

Goedemorgen K1b,

Zet je camera alvast aan, ik wil je bij de start van de les eventjes zien!

Rekenmachine, schrift en pen bij je? 

Fijn, dan kunnen we zo beginnen! :) 

Huiswerkcontrole!
Heb je het huiswerk niet online gemaakt, upload dan hier een foto van opdracht 45

Wat gaan we deze les doen?

Lesuur 3 paragraaf 6.3

• Voorkennis ophalen
• Leren wat product, quotiënt, som en verschil is.
• Leren wat factoren en termen zijn. 
• Volgorde van bewerkingen leren.

Pauze

Lesuur 4 paragraaf 6.4

• De rekenmachine
• Zelfstandig huiswerk maken of samen oefenen

Voorkennis activeren

In Nederland is het -2 graden. In Zweden is het 3 keer zo koud. Hoe koud is het in Zweden?

Deze les ga je:

Leren wat product, quotiënt, som en verschil is.

Leren wat factoren en termen zijn.

Volgorde van bewerkingen leren.

Aantekeningen

Bij de uitleg ga je aantekeningen maken in je schrift. 

Schrijf ze straks mee, want daarna heb je ze nodig! Je wordt in de quiz overhoord. 

Schrijf alvast in je schrift:

Aantekeningen 6.3:

Aantekening in je schrift:

Het product is een keersom. De getallen heten factoren. 

Aantekening in je schrift:

Het quotiënt is een deelsom. 

Aantekening in je schrift:

De som betekent een plussom. De getallen heten termen. 

Aantekening in je schrift:

Het verschil betekent een minsom. 

Zorg dat je je schrift met aantekening hebt. We gaan quizen, je mag  in je schrift naar je aantekeningen kijken!

Waar zien we een product?

1. 3 x 7
2. 3 + 7
3. 3 : 7
4. 3 - 7

Waar zien we een som?

1. 10 x 2
2. 10 + 2
3. 10 : 2
4. 10 - 2

Waar zien we een verschil?

1. 8 x 1
2. 8 + 1
3. 8 : 1
4. 8 - 1

Waar zien we een quotiënt?

1. 21 x 3
2. 21 + 3
3. 21 : 3
4. 21 - 3

Hoe noemen we de 7 en de 3 in
7 x 3 = 21?

1. factoren
2. termen

In welke wiskundige bewerking zien we termen?

1. 9 - 3
2. 9 + 3
3. 9 x 3
4. 9 : 3

https:

Aantekening in je schrift

Rekenregels

1. (   )

2. x en : 

3. + en -

een getal x 0 = altijd 0

Voorbeeld som

a. 5 x 5 - (3 + 3) =                            b. 6 : -2 + 23 = 

Welke berekening doe je het eerst?
73 - 35 x 2 =

1. 73-35
2. 35x2

Welke berekening doe je het eerst?
8 x 6 : 2 =

1. 8x6
2. 6:2

Welke berekening doe je het eerst?
62 + ( 14 - 6 ) : 2 =

1. 62 + 14
2. 6 : 2
3. 14 - 6

Bereken:

7 x (3 + 4)

1. 25
2. 49

Maak de volgende opdracht.
Schrijf ook de tussenstappen op.
2 x ( 18 - 8 ) + 5 =

Ik kan sommen uitrekenen met de juiste rekenvolgorde.

🤯NEEE

🤔nee

😐Misschien

🙂ja

😁JAAA

Weet je?

Wat het product, quotiënt, som en verschil is.

Welke termen horen bij product en quotiënt.

Volgorde van bewerkingen.

Type 1 vraag over een onderwerp dat je nog moeilijk vindt.

Einde van lesuur 2

Je gaat zo lekker pauze houden. Om 09.45u zien we elkaar terug in Teams. 

Zorg ervoor dat je je rekenmachine bij je hebt!