2m2 les 17

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Doel van de les: 

- je verzint een pakkende slogan.

slogan = slagzin

Een goede slogan moet de aandacht trekken.

Voorbeelden

Volkswagen, wie anders.

Bloemen houden van mensen. 

Echt Hema. 

Lotto, ’t grootste risico om miljonair te worden. 

Een beetje van jezelf en een beetje van Maggi. 

Melk de witte motor. 

4-uur Cup-a-Soup, dat zouden meer mensen moeten doen. 

Heerlijk, helder Heineken. 

Biertje? 

Wij van WC Eend adviseren WC Eend.

Wat maakt een goede slogan?

Ieder jaar verkiezing slechtste slogan.

Deze zijn goed, want ze trekken de aandacht!

Maak nu tweetallen. 

Verzin een bedrijfsnaam/product/product met merknaam.

Verzin een pakkende reclameslogan.

Teken of ontwerp digitaal een reclameposter met deze slogan voor jullie bedrijf/product.

Lever in aan het einde van de les.

Planning periode 4

- vr 10 mei: so werkwoordspelling (week van de spelling)

- vr 24 mei: so schrijven juryrapport (leesboek)

- GPW 4

Lezen hs 1, 2, 3, 5, 6

Grammatica zinsdelen hs 1 t/m 6

Grammatica woordsoorten hs 1 t/m 6

PAK JE LEESBOEK

15 MINUTEN STIL LEZEN

zww, kww of hww?

wg = iets wat iemand doet

ng = iets wat iemand is/wordt/blijft/lijkt enz.

wg: altijd één zww (rest is hww)

ng: altijd één kww (rest is hww)

meerdere werkwoorden? de pv is altijd een hww

Ik loop op straat. wg=loop

loop=zww

Ik heb op straat gelopen. wg=heb gelopen

heb=hww

gelopen=zww

Mijn moeder is huisarts. ng=is [huisarts]

is=kww

Mijn moeder is huisarts geworden. ng =is [huisarts] geworden

is=hww

geworden=kww

Vanaf volgende week lezen we op vrijdag in de les stil in een leesboek naar keuze. 

Criteria:

Moet op www.jeugdbibliotheek.nl staan (kwaliteit)

Categorie 12+

Nederlandse schrijver, in het
 Nederlands, geen vertaling 

Geen verfilming

Neem dus volgende week vrijdag het boek van jouw keuze mee.

Wat is een tekstverband?

Wat is een signaalwoord?

Eerst eet ik mijn brood op en daarna ga ik naar de les.

1. chronologisch
2. opsommend
3. tegenstellend

Ik vond de toets moeilijk, maar ik had een goed cijfer.

1. chronologisch
2. opsommend
3. tegenstellend

Ik heb op school Engels en Nederlands. Bovendien hebben we wiskunde en geschiedenis.

1. chronologisch
2. opsommend
3. tegenstellend

Schrijf nu zelf 3 zinnen in je schrift:

1. een zin met een chronologisch tekstverband

2. een zin met een opsommend tekstverband

3. een zin met een tegenstellend tekstverband

Selectiecriteria leesboek

- je kiest een boek voor 12+ (controleer op www.jeugdbibliotheek.nl)

- je kiest een boek dat origineel in het Nederlands is geschreven (géén vertaling)

- je kiest een boek dat niet verfilmd is (check op Google!)

Toetsplanning 2m2

Periode 1

so woordenschat H1 (2x) ma 16 sept.

diagnostische toets werkwoordspelling (0x) vr 27 sept.

so schrijven (over zeilweek) (2x) do 17 okt.

GPW: lezen H1 + H2, grammatica zinsdelen en woordsoorten H1 (4x) week van 4 nov.

Periode 2

so boektoets (2x) deadline filmpje is 29 november

so spelling H2 (2x) 9 december

GPW: lezen H1 t/m H3, grammatica zinsdelen en woordsoorten H1 t/m H3 (4x) week van 20 januari

Periode 3

so boek Knalhard (2x) 14 februari 

so betoog schrijven (2x)

so spreken (verkooppraatje) (2x)

so grammatica zinsdelen H1 t/m H3 + grammatica woordsoorten H1 t/m H4 (2x)

GPW: lezen H1 t/m H5 (4x)

Periode 4

so werkwoordspelling (2x)

diagnostische toets fictie

GPW: lezen H1 t/m H6 + gramm zinsdelen H1, 2, 3 ,5 + gramm woordsoorten H1 t/m H6 (4x)

VRIJDAG LEESDAG

GA ZITTEN, PAK  JE LEESBOEK, START METEEN MET LEZEN

Welk woord is hier tweemaal verborgen, en hoe: treeggegnillingeggeert ?

Hij die het maakt, wil het niet hebben. Hij die het koopt, zal het niet gebruiken. Hij die het gebruikt, heeft er geen weet van. Over wat hebben we het hier?

Het heeft een been, maar het kan niet lopen. Het heeft twee vleugels, maar het kan niet vliegen. Het draagt een bril, maar het kan niet zien. Het heeft haar, maar het kan niet gekamd worden?