1 februari: Drugs

Godsdienst
Drugs
Thema: vriendschap en familie 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Godsdienst
Drugs
Thema: vriendschap en familie 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet welke soorten drugs er zijn

Je weet welke gevolgen er zijn als je drugs gebruikt en hoe je drugs het best kan gebruiken

Je weet welke afkickverschijnselen er zijn

Je weet waar je kunt afkicken of hulp kunt zoeken

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van drugs

Slide 3 - Carte mentale

Drugs is
Gevaarlijk
Slecht
Normaal
Prima
Anders, namelijk:

Slide 4 - Sondage

Drugs

Geneesmiddelen en genotsmiddelen die een verdovende, opwekkende of bewustzijnsveranderde werking hebben en die tot verslaving kunnen leiden.

Slide 5 - Diapositive

Drugs: Downers -  Uppers - Trippers

Drugs kunnen grofweg in drie soorten ingedeeld worden:
 
¥ Downers, ofwel verdovende middelen;
¥ Hieronder kunnen alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen, opium, morfine en heroïne ingedeeld worden.
   Ook hasj wordt meestal gebruikt vanwege de ontspannende werking.
 
¥ Uppers, ofwel stimulerende middelen;
¥ Hieronder vallen cafeïne, nicotine, XTC, cocaïne en speed.
 
¥ Trippers, ofwel waarnemings veranderende middelen: drugs die de zintuiglijke waarneming veranderen;
¥ Voorbeelden hiervan zijn; paddo’s, LSD en bij een sterke of grote hoeveelheid, hasj en wiet
 

Slide 6 - Diapositive

Indeling Drugs
Verdovend
Stimulerend
  • Cafeïne
  • Nicotine
  • Speed
  • Cocaïne
  • Amfetamine
  • XTC¹

Verdovend
  • Alcohol
  • Heroïne
  • GHB

  • Cannabis/Wiet/Hasj
  • Slaapmiddelen
  • Kalmerings-middelen
Waarnemings Veranderend
  • XTC²
  • Cannabis
  • LSD
  • Paddo’s
  • Lachgas

Indeling van Drugs

Slide 7 - Diapositive

Verdovende middelen
Stimulerende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
GHB
XTC
Paddo's
Wiet
Hasj
Speed
Cocaine
Lachgas

Slide 8 - Question de remorquage

Drugs kun je verdelen in 2 groepen

Harddrugs:  Voorbeelden zijn Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. Erg verslavend en slecht voor je gezondheid. Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Voorbeelden zijn hasj, paddenstoelen, wiet, tabak, bepaalde medicijnen en cafeïne.  Softdrugs zijn minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs (dat wil niet zeggen dat ze niet schadelijk zijn). In Nederland zijn ze in beperkte mate legaal en mogen verkocht worden bij coffeeshops.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De manieren om drugs tot je te nemen zijn:
- Eten, drinken of slikken
- Roken en inhaleren
- Spuiten
- Snuiven
- Absorberen via de huid.

Slide 11 - Diapositive

Hoe gebruik je drugs zo veilig mogelijk?
- Laat de pil testen
- Met mensen waar je je mee vertrouwd
- Geen verdovende middelen combineren
- Voel je goed

Slide 12 - Diapositive

Wat is blowen?
A
Blowen is het roken van sigaretten
B
Blowen is het roken van shag
C
Blowen is het snuiven van softdrugs
D
Blowen is het roken van softdrugs afkomstig van de hennepplant

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

4

Slide 15 - Vidéo

02:29
Hoeveel verdient deze leerling aan het verkopen van drugs op een dag?
A
20-30 euro
B
30-40 euro
C
40-50 euro
D
50-60 euro

Slide 16 - Quiz

03:22
Hoeveel betaalde ze voor 100 gram hasj?
A
150 euro
B
200 euro
C
250 euro
D
300 euro

Slide 17 - Quiz

04:18
Wat controleert de politie met honden op school om drugs te zoeken.

Slide 18 - Question ouverte

05:45
Hoe heet het als je tegen je zin in moet gaan dealer in drugs?
A
criminele onderhandeling
B
criminele activiteiten
C
criminele uitbuiting

Slide 19 - Quiz

Hoe verslaafd ben jij al?
Doe een test op de website via de link in de volgende slide.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Welke verslaving heb jij getest?
Wat was de uitslag?

Slide 22 - Question ouverte

Zou jij kunnen afkicken? Hoe zou jij dat doen?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Vidéo