1.2 Groei en ontwikkeling

Groei en ontwikkeling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Groei en ontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • Vorige les?
  • Leerdoelen
  • Uitleg 1.2

Slide 2 - Diapositive

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Als een organisme geen levensverschijnselen meer vertoont, noemen we dat:
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is
  • Je kunt delen van een zaad noemen met hun functie
  • Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Levenscyclus plant



-Zaad
- Ontkiemen
-Kiemplant
-Volwassen plant
-Bloem
-Vrucht

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkeling
  • de bouw van een organisme verandert
  • er kunnen nieuwe delen ontstaan ( bv bloemen)

Slide 10 - Diapositive

ontwikkeling in ei
donsveertjes
veren

Slide 11 - Diapositive

Bouw van een bruine boon

Slide 12 - Diapositive

De tekenregels

Slide 13 - Diapositive

natuurgetrouw
schematisch

Slide 14 - Diapositive

Dwarsdoorsnede, lengtedoorsnede en buitenaanzicht
Welk soort tekening kun je hiervan maken?
Hiervan kun je een tekening maken van het buitenaanzicht.
Welke doorsnede is dit?
Lengtedoorsnede
Welke doorsnede is dit?
Dwarsdoorsnede
Als je gaat tekenen, ziet de tekening van de dwarsdoorsnede er heel anders uit dan die van de lengtedoorsnede.

Slide 15 - Diapositive

Tekenregels
1.Maak grote tekeningen. Maak niet meer dan twee of drie tekeningen op een bladzijde.
2 Gebruik een potlood dat niet te zacht is (HB tot 2H).
3 Teken met dunne lijnen eerst de omtrek en dan de delen. Daarna kun je de lijnen wat duidelijker maken.
5 Teken wat je ziet en niet wat je volgens je boek zou moeten zien.
6 Maak je tekening niet te ingewikkeld.
7 Zet bij je tekening welk organisme of welk deel van een organisme je hebt getekend.
8 Schrijf op wat je hebt getekend. Schematisch/natuurgetrouw
9 Als je iets tekent wat je met een loep of microscoop bekijkt, schrijf je de vergroting erbij.
10 Schrijf de namen bij de delen die je kent. Zet tussen een deel en een naam een horizontaal lijntje.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Practicum 1:  de appel

Maken basisstof 2 opdracht 1t/m 3   5, 7 en 8

Slide 17 - Diapositive