zinsdelen - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

oefenen

Ik zwem in de zee en daarna ga ik zonnen.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Ik liep gisteren via een omweg naar school.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Toen de ridder zijn geliefde dood aantrof, pleegde hij zelfmoord.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Het regent heel hard.

1. hoofdzin
2. bijzin
3. hoofdzin + bijzin
4. bijzin + hoofdzin

Pim blijft thuis, omdat het heel hard regent.

1. hoofdzin
2. bijzin
3. hoofdzin + bijzin
4. bijzin + hoofdzin

Ik koop geen cd's, want ik gebruik altijd mijn iPod.

1. hoofdzin
2. hoofdzin + hoofdzin
3. hoofdzin + bijzin
4. bijzin + hoofdzin

Omdat ik altijd mijn Ipod gebruik, koop ik geen cd's.

1. hoofdzin
2. hoofdzin + hoofdzin
3. hoofdzin + bijzin
4. bijzin + hoofdzin

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

Toen het begon te regenen, gingen we snel naar binnen.

1. toen
2. gingen
3. het
4. snel

Morgen gaan we naar de bioscoop en daarna gaan we zwemmen.

en

1. nevenschikkend voegwoord
2. onderschikkend voegwoord

Iedereen mag mee op excursie, tenzij je verkoudheidsklachten hebt.

tenzij

1. nevenschikkend voegwoord
2. onderschikkend voegwoord

weektaak

H5 grammatica zinsdelen (samengestelde zinnen) - opdr 1, 2, 3

Klaar? -> De Brug -> grammatica woordsoorten -> alle opdr.