Grammatica 6 (vwo)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoel

Je leert hoofd- en bijzinnen herkennen.

Uitleg naamwoordelijk gezegde

1. Haal alle werkwoorden uit de zin.

2. Is het laatste werkwoord een kww of zww?

3. Kww = naamwoordelijk gezegde

4. Zww = werkwoordelijk gezegde

(Je mag ook alvast verder werken aan de opdrachten)

Uitleg hoofd- en bijzinnen

enkelvoudige zin: 1 persoonsvorm

samengestelde zin: 2 persoonsvormen

Hoofdzin: onderwerp en persoonsvorm staan altijd naast elkaar.

In een bijzin is dit niet zo.

Voorbeeld

Ik koop geen cd's, want ik gebruik altijd mijn iPod.

Omdat ik altijd mijn iPod gebruik, koop ik geen nieuwe cd's.

pv? ow?

Aan het werk!

1. Maak de opdrachten uit het boek (zie lessonup)

2. Bekijk je leestoets en/of ga lezen.

Voor hulp kun je de theorie lezen in je boek, filmpjes of mij om hulp vragen.

Extra hulp nodig?

https://www.taal-oefenen.nl/instruction/taal/zinsontleding/zinsdelen-benoemen/wat-is-zinsontleding

Maak opdracht 4 op blz 154

Lees eerst de theorie op blz. 153.

1. Omdat Jos zijn hond goed verzorgt, zorgt hij ervoor dat het dier veel rent.

pv: rood

ow: blauw

[(bz)+hz+(bz)]

Je hoeft alleen het oranje stuk te noteren in je schrift.

Maak opdracht 5 op blz 154

Maak nu zelf zinnen met de structueren in het boek. Wees creatief en houd de volgorde aan.

Nog meer oefenen:

Zie slide 8

https: