2.5 lenen en betalen

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 4 (5 min)
  • behandelen paragraaf 5 (15 min)
  • nakijken paragraaf 4 (10 min)
  • zelfstandig werken (10 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
  • Huiswerk (5 min)

Slide 2 - Diapositive

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Doelen van de vorige les:
  • Je kunt uitleggen wat het begrip aandelen en aandelenkoers betekenen
  • Je kent de risico's van beleggen 
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen aandelen en obligaties 
  • Je kunt benoemen wat beleggingsfondsen zijn en doen 
  • Je kunt uitleggen wanneer je dividend krijgt

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 2
paragraaf 2.5 lenen en betalen

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • Weet de leerling wanneer het slim is om te lenen
  • Weet de leerling wat aanbieders en vragers van geld zijn
  • Weet de leerling wat een persoonlijke lening is en dat het betaald wordt in termijnen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Waar ging het filmpje over?

Slide 8 - Carte mentale

Waar kan je geld voor lenen?

Slide 9 - Carte mentale

Vragers en aanbieders van geld:
Spaarders en leners heb je onder: 
- Consumenten
- Producenten
- Overheid

Spaarders zijn aanbieders van geld. 
Leners zijn vragers naar geld. 

 

Slide 10 - Diapositive

Wanneer is het lenen aantrekkelijk
  • Als je in de toekomst meer gaat verdienen
  • Vooruit zich op inflatie  maakt lenen ook aantrekkelijk 

Slide 11 - Diapositive

Sparen achteraf:
Je kunt zeggen dat lenen hetzelfde is als sparen achteraf. Een lener betaalt de aankopen van vandaag met het geld dat nog verdiend moet worden. 

Slide 12 - Diapositive

De persoonlijke lening:
Een lening kan in de vorm van een persoonlijke lening. 
Zo'n lening betaal je in termijnen. 

Een termijn bestaat uit:
  • Aflossing (geleende geld)
  • Rente (extra kosten)
Termijn
Een termijn is het bedrag dat de lener elke maand moet betalen. 

Slide 13 - Diapositive

Persoonlijke lening

termijnbedrag x aantal maanden = totale kosten


totale kosten - lening = kredietkosten


Maak opgave 9 voor jezelf in stilte



Slide 14 - Diapositive

Kredietkosten: rekenvraag
Je leent €4.000 met een looptijd van drie jaar en betaalt in maandtermijnen van €130,-. Wat betaal je aan kredietkosten? 

Totale kosten 3 x 12 x €130  = €4.680
Leenbedrag                                = €4.000
----------------------------------------   - 
Kredietkosten                            =€      680

Slide 15 - Diapositive

Opdracht
Je leent voor een nieuwe auto € 15000,-. 
Je betaalt deze in 36 maanden terug. Het maandtermijn is € 484,-.
Wat zijn de rentekosten van deze lening?

Slide 16 - Diapositive

Je leent voor een nieuwe auto € 15000,-.
Je betaalt deze in 36 maanden terug. Het maandtermijn is € 484,-.
Wat zijn de rentekosten van deze lening?

Slide 17 - Question ouverte

Opgave 




Voor de aanschaf van een tweedehands sportauto sluit je een persoonlijke lening af. Je leent €25.000 met de looptijd van drie jaar.
a). Bereken de kredietkosten van deze lening.

b) Welk bedrag had je bespaard als je voor twee jaar had gekozen?



Slide 18 - Diapositive

Voor de aanschaf van een tweedehands sportauto sluit je een persoonlijke lening af. Je leent €25.000 met de looptijd van drie jaar.
a). Bereken de kredietkosten van deze lening.

Slide 19 - Question ouverte

Voor de aanschaf van een tweedehands sportauto sluit je een persoonlijke lening af. Je leent €25.000 met de looptijd van drie jaar.

b) Welk bedrag had je bespaard als je voor twee jaar had gekozen?

Slide 20 - Question ouverte

Als je geld leent voor de aanschaf van duurzame consumptiegoederen spreek je van een ..
A
Hypothecaire lening
B
Persoonlijke lening
C
Consumptieve lening
D
Doorlopend krediet

Slide 21 - Quiz

Het aanbod van geld wordt geleverd door ...
A
de banken
B
de bedrijven
C
de leners
D
de spaarders

Slide 22 - Quiz

opdrachten bespreken

Slide 23 - Diapositive

opdrachten maken

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 5

  • Lees de theorie op bladzijde 63
  • Maak de opdrachten 1 t/m 11

Slide 25 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 26 - Diapositive

Leg uit wat bedoeld wordt met:
Geld lenen kost geld......

Slide 27 - Question ouverte

Hoe bereken je de kredietkosten van je lening?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Lien

Maken hoofdstuk 2 paragraaf 5
opdracht 1 t/m 11
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 30 - Question ouverte