Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
3. Wat hebben mensen echt nodig?
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn de vier functies van de verzorgingsstaat?
Slide 2 - Question ouverte
Functies van de verzorgingsstaat
Verzorgingsfunctie: hulp aan mensen die niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen
Verzekeringsfunctie: iedereen heeft de zekerheid van een inkomen als gevolg van ziekte, werkloosheid of ouderdom
Verheffingsfunctie: kansen om je te ontplooien (kennis en vaardigheden voor de arbeidsmarkt en aanleren van waarden en normen die nodig zijn om verder te komen)
initiatief tussen mensen voor mensen zonder sociaal netwerk
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen par. 3
- Je kunt het stelsel van sociale zekerheid schematisch weergeven en uitleggen hoe dit stelsel bijdraagt aan de verzorgings- en verzekeringsfunctie van de verzorgingsstaat
Slide 5 - Diapositive
§3.3
Lees bron 1 (p. 138)
Maak de introductievragen (1 en 2)
Slide 6 - Diapositive
Wat kost jij per maand?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wet Werk en Bijstand (WWB)
Mensen zonder baan of andere uitkering komen in aanmerking voor een bijstandsuitkering.
- Sociaal minimum: het bedrag wat mensen minimaal nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien
- Valt sinds 2015 onder de Participatiewet (Pw)
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Welk dilemma bestaat er omtrent het sociale minimum?
Slide 11 - Question ouverte
Sociaal minimum...
- moet hoog genoeg zijn om van te leven en deel te nemen aan de slv.
- moet laag genoeg zijn om mensen te motiveren te gaan werken. En zodat mensen bereid zijn om er aan mee te betalen.
Slide 12 - Diapositive
Functies en uitgangspunten van uitkeringen
Minimumbehoeftefunctie (inkomen op niveau sociaal minimum zoals de bijstand) op basis van solidariteitsbeginsel (hogere lonen betalen meer belasting/premies)
Loondervingsfunctie (als loon door werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid wegvalt. Meestal percentage van laatstverdiende loon) op basis van equivalentiebeginsel (evenredigheid tussen betaalde premie en uitkering)
Bij uitkeringen kan ook worden uitgegaan van:
Individuele rechten en plichten: uitkering is een individuele zaak (bij het recht op en de hoogte van de uitkering is niet van belang of iemand samenwoont of kinderen heeft)
Draagkracht van de leefeenheid: bij het recht op en de hoogte van de uitkering, speelt de samenstelling van het huishouden (leefeenheid) waarvan iemand onderdeel uitmaakt mee.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Sociale verzekeringen:
1. Werknemersverzekeringen
Verzekeren werknemers van een inkomen (equivalentie).
2. Volksverzekeringen
Sociale zekerheid voor iedereen (AOW) --> minimumbehoeftefunctie)
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
helpt mensen een nieuwe baan vinden;
beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.
De afkorting UWV staat voor: Uitvoeringsinstituut voor WerknemersVerzekeringen.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Omslagstelsel
Uitkeringen worden betaald van belastingen en premies (in NL).
Kapitaaldekkingsstelsel
Premies van nu worden gespaard voor later en via beleggingen worden de uitkeringen betaald.
Slide 20 - Diapositive
Geef een voordeel en een nadeel van een omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel