I Writing & Grammar
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
What is the person in the picture doing? Maak hele zinnen in het Engels!
Slide 2 - Question ouverte
What is the person in the picture doing? Maak hele zinnen in het Engels!
Slide 3 - Question ouverte
What is the person in the picture doing? Maak hele zinnen in het Engels!
Slide 4 - Question ouverte
What is the person in the picture doing? Maak hele zinnen in het Engels!
Slide 5 - Question ouverte
What is the person in the picture doing? Maak hele zinnen in het Engels!
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Als je het hebt over feiten, gewoontes of dingen die regelmatig gebeuren
B
Als je je mening wil geven
Slide 8 - Quiz
Hoe maak je de Present Simple?
A
Hele werkwoord + ing
B
Hele werkwoord en bij He/She/It een S erachter
C
Werkwoord + ing en bij He/She/It een S erachter
Slide 9 - Quiz
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
Als je het hebt over iets wat je ooit wil gaan doen
B
Als je het hebt over iets wat nog moet gebeuren
C
Als je het hebt over iets dat op dit moment gebeurd
D
Als je het hebt over iets wat lang geleden is gebeurd
Slide 10 - Quiz
Hoe maak je de Present Continuous?
A
Door een vorm van to be + ing
B
Door een vorm van to go + ing
C
Door het hele werkwoord + ing
D
Door een vorm van to be + hele werkwoord + ing
