Ontstaan van aardbevingen

Ontstaan van aardbevingen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ontstaan van aardbevingen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Uitleg over het ontstaan van aardbevingen.
  • Filmpje over de gevolgen van aardbevingen.
  • Opdrachten maken.
  • Quiz.

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les...
...kan je uitleggen hoe aardbevingen ontstaan en waar aardbevingen voorkomen.
...weet je hoe de kracht van een aardbeving wordt gemeten en welke gevolgen een aardbeving kan hebben.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Ontstaan van aardbevingen

Slide 5 - Diapositive

Ontstaan van aardbevingen
Aardbeving: trilling die ontstaat door een plotselinge verschuiving van delen van de aardkorst.

Epicentrum: plaats aan het aardoppervlak vlak boven een aardbeving.

Slide 6 - Diapositive

Waar ontstaan aardbevingen?

Slide 7 - Diapositive

Schaal van Richter
Manier om de kracht van aardbevingen aan te geven.

Slide 8 - Diapositive

Gevolgen van aardbevingen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

De aardbeving voor de kust van Fukushima (Tohoku zeebeving) had een kracht van 9.1 op de schaal van Richter.

Welke gevolgen van de aardbeving zag je in het filmpje?

Slide 11 - Diapositive

5 zwaarste aardbevingen ooit:
5. 4 november 1952: Severilo-Kurilisk-aardbeving. 9,0 op de schaal van Richter.
4. 11 maart 2011: Tohoku zeebeving. 9,1 op de schaal van Richter.
3. 26 december 2004: zeebeving in de Indische Oceaan. 9,1 op de schaal van Richter.
2. 27 maart 1962: Goede Vrijdag aardbeving (Alaska). 9.2 op de schaal van Richter. 
1. 22 mei 1960: Valdivia-aardbeving (Chili). 9,5 op de schaal van Richter.

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten maken.
Opdracht 1 t/m 9 (p. 68 t/m p. 73)
Opdracht 1 t/m 5 (p. 76 t/m 78)

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet het tijdvak van 3000 v.C.-500 n.C.?
A
De tijd van jagers en boeren.
B
De oudheid.
C
De tijd van Grieken en Romeinen.
D
De tijd van Asterix en Obelix.

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de godsdienstig leider van een kerkprovincie?
A
De keizer.
B
De paus.
C
De synagoge.
D
De bisschop.

Slide 15 - Quiz

Wat is romanisering?
A
Samenwerking met de Romeinen.
B
Gemengde cultuur van Grieken en Romeinen in het Romeinse rijk.
C
Grote groep mensen.
D
Verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de buitenste laag van de aarde?
A
Aardkorst.
B
Aardkern.
C
Aardschil.
D
Aardmantel.

Slide 17 - Quiz

Op welke manier bewegen aardplaten?
A
Langs elkaar schuiven.
B
Uit elkaar.
C
Naar elkaar toe.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 18 - Quiz

"Los stuk hard steen waaruit de aardkorst bestaat."
A
Aardmantel.
B
Aardkern.
C
Aardkorstplaat.
D
Aardkorst.

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de plaats aan het aardoppervlak boven een aardbeving?
A
Vulkaan.
B
Epicentrum.
C
Episch centrum.

Slide 20 - Quiz

Hoe wordt de kracht van aardbevingen gemeten?
A
Met de schaal van aardbevingen.
B
Met de schaal van Rietvelt.
C
Met de schaal van Richter.
D
Met de schaal van Richten.

Slide 21 - Quiz

Aan de randen van de aardkorstplaten is de kans op een aardbeving...
A
...kleiner.
B
...groter.

Slide 22 - Quiz