Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.4 - Uitscheiding
Slide 1 - Diapositive
Doelen van deze paragraaf
Je kan de kenmerken van delen van nieren en urinewegen benoemen
Je kan de taken van delen van nieren en urinewegen benoemen
Slide 2 - Diapositive
uitscheidingsorganen
Slide 3 - Diapositive
Uitscheidingsorganen
huid
longen
nieren
lever
Slide 4 - Diapositive
Uitscheiding
Afvalstoffen worden uitgescheiden
Afvalstoffen ontstaan o.a. bij verbranding:
Koolstofdioxide en water
Koolstofdioxide via longen
Water via huid en nieren
Slide 5 - Diapositive
De onderdelen van je nieren en urinewegen
Een nier bestaat uit:
het nierschors, niermerg
en de nierbekken.
Nierschors: bloed gefilterd,
Via niermerg naar nierbekken
dan naar je urineleiders
Slide 6 - Diapositive
Nieren en urinewegen
Slide 7 - Diapositive
Werking nieren en blaas
Bloed gefilterd in de nieren
Water uit bloed gehaald, teveel aan water naar urineblaas via urineleider
In urineblaas wordt teveel aan water opgeslagen
Verlaat via urinebuis het lichaam
Slide 8 - Diapositive
De werking van je nieren
Slide 9 - Diapositive
Vragen
Slide 10 - Diapositive
Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
Slide 11 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 12 - Quiz
Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier. Het bloed gaat daarbij minstens tweemaal door het hart. Door welke delen van het hart stroomt het bloed hierbij achtereenvolgens?