OSP - lesweek 3

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit je erbij vandaag?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoop je uit deze les te halen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  1. Je kunt uitleggen wat eigen regie is
  2. Je kunt begeleidingsdoelen schrijven die passend zijn bij jouw cliënt (stap 5)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Wat
Hoe lang
Opening van de les
10 minuten
Terugblik op vorige week
5 minuten
Theorie zelfregie
15 minuten
Opdracht zelfregie
10 minuten
Theorie doelen opstellen
15 minuten
Opdracht doelen opstellen/ Feedbackmoment
20 minuten
Afronding les
10 minuten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik op vorige week
Wat weet jij nog van vorige week? Doe de volgende opdracht uit je hoofd!

  1. Noteer voor jezelf op een blaadje wat jij nog weet van de les van vorige week
  2. Overleg met een klasgenoot: welke punten heeft je klasgenoot opgeschreven? Wat vinden jullie de belangrijkste dingen van de les van vorige week?
  3. Nabespreking in de klas

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk van vorige week
Vorige week heb ik jullie twee opdrachten gegeven:

  1. Stap 1 van de eindopdracht
  2. Maak een start met het schrijven van de beginsituatie voor de eindopdracht

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie eigen regie

Slide 8 - Diapositive

Klassengesprek
1) Wat verstaan jullie onder eigen regie?
2) voor wie geldt eigen regie?
3) Wanneer kan/mag je in Nederland eigen regie voeren
4) Waarom is eigen regie belangrijk denk je?
Eigen regie
(Bijna) iedereen in Nederland heeft zelfbeschikkingsrecht. Dit betekent dat (bijna) iedereen zijn/haar eigen keuzes mag maken.

In je begeleiding houd je rekening met 5 aspecten:
  1. Een cliënt kan door een eventuele beperking afhankelijk zijn van anderen. Het is dan belangrijk dat je de cliënt dit laat inzien zodat hij hier rekening mee kan houden bij de keuzes die hij kan maken
  2. Positieve benadering: Wat wil de cliënt graag, wat kan hij goed?
  3. Geef inzicht in eigen wensen: wat zou de cliënt willen bereiken?
  4. Laat de cliënt inspraak hebben in welke ondersteuning hij nodig heeft en hoe vaak hij deze nodig heeft
  5. Betrek naastbetrokkenen bij de begeleiding zodat de cliënt altijd om hulp kan vragen als dat nodig is

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodisch begeleiden: Theorie 7.2
                                              -  Zelfregie (Eigen Regie): eigen keuzes maken  - wat kan de cliënt                                                                   (krachten), zeggenschap (over ondersteuning)



Zelfredzaamheid: wil zeggen dat iemand in staat is zelfstandig
 een eigen leven te leiden - zelfstandig (mee)doen, 
denk aan mogelijkheden en beperkingen.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Korte Quiz: 
- Steek je hand op als je denkt dat het antwoord klopt.
- Hou je handen omlaag als je denkt dat het antwoord onjuist is
Vraag 1
Een aspect in de ondersteuning van eigen regie is de cliënt zelf laten bepalen welke ondersteuning hij wil, hoe vaak en wanneer. 

JUIST = Hand opsteken
ONJUIST = Geen hand opsteken
timer
0:30

Slide 12 - Diapositive

Vraag 1: juist
Vraag 2.
Als je het niet eens bent met de keuze van de cliënt, probeer je hem te overtuigen dat de keuze niet handig is.

JUIST = Hand opsteken
ONJUIST = Geen hand opsteken
timer
0:30

Slide 13 - Diapositive

Vraag 2: juist en onjuist
Draagkracht - draaglast
Houd altijd rekening met de draagkracht en de draaglast van je client en de naastbetrokkenen

Draagkracht: alles wat iemand aan kan zonder dat er problemen ontstaan

Draaglast: alles dat een last/belasting vormt voor iemand

Als de balans tussen draagkracht en draaglast weg is, dan kan er onder andere stress ontstaan 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Draagkracht - draaglast

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check op eigen regie
Je hebt allemaal zaken die van invloed zijn op je draagkracht en je draaglast. We checken even kort of je de twee begrippen uit elkaar kunt halen

Noteer daarom voor jezelf:
  1. 3 zaken die je draagkracht vergroten
  2. 3 zaken die je draaglast vergroten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beginsituatie vastgesteld?
Nadat je een beginsituatie hebt gemaakt van een cliënt, ben je bij stap 2 van de methodische cyclus gekomen.  ( Stap 4. In de eindopdracht)



Formuleer nu aan de hand van de beschreven beginsituatie minimaal drie ondersteuningsvragen

•Geef per ondersteuningsvraag aan uit welk leefgebied/ ontwikkelingsgebied deze komt
•Geef per ondersteuningsvraag aan of deze impliciet of expliciet is. Licht dit kort toe.
•Motiveer per ondersteuningsvraag welke informatiebron je hiervoor gebruikt heb


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie doelen opstellen
Nadat je een beginsituatie hebt gemaakt van een cliënt, ben je bij stap 3 van de methodische cyclus gekomen.  ( Stap 5. In de eindopdracht)

Je gaat doelen formuleren die je samen met de cliënt gaat proberen te bereiken in je begeleiding.

Er bestaan doelen voor de kortere termijn (ongeveer 0-6 weken) en voor de langere termijn (langer dan 6 weken)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie doelen opstellen
Doelen worden vaak SMART opgesteld. Elke letter staat voor een bepaald begrip. 

Wie kan vertellen voor welke begrippen de letters staan?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten / concluderen of een doel bereikt is

Acceptabel: Sluit het doel aan bij de wensen / mogelijkheden van de cliënt en de instelling

Realistisch: Kan het doel bereikt worden?

Tijdgebonden: hoe lang gaat het duren om het doel te bereiken?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
We oefenen gezamenlijk met het vertalen van een ondersteuningsvraag naar een SMART-doel

Wie kan er een ondersteuningsvraag noemen?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe stel je SMART-doelen op?
Een aantal tips:
  • Begin er 'gewoon' aan
  • Stel een doel op en bedenk vervolgens of het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden is
  • Een doel opstellen is vaak een kwestie van meerdere keren dingen aanpassen
  • Vraag eventueel collega's / klasgenoten om feedback

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Je krijg de keus uit 4 verschillende opdrachten. Noteer op het bord aan welke opdracht je wil gaan zitten:

  1. Je hebt een beginsituatie voor de eindopdracht. Formuleer minimaal 3  ondersteuningsvragen en 3 SMART-doelen die passen bij je beginsituatie. Klaar: vraag en geef feedback aan een medestudent die ook een eigen beginsituatie heeft
  2. Je hebt een start gemakt aan je beginsituatie en vraagt een medestudent/docent om feedback. Klaar? Bekijk welke 3 ondersteuningsvragen de cliënt mogelijk heeft.
  3. Je gaat verder aan het schrijven van de beginsituatie en neemt het hulpmiddel op It's Learning door.
  4. Lees uit het boek 'Methodisch begeleiden' thema's 1 (methodisch handelen en vraaggericht werken), 4 (Behoeften en doelen formuleren) en 7 (begeleiden en ondersteunen). Maak aantekeningen/ schrijf je vragen op.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Wat is blijven hangen van de les van vandaag?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
  • Werk aan stap 1 tot en met 4 van de eindopdracht
  • Lees uit het boek 'Methodisch begeleiden' thema's 1 (methodisch handelen en vraaggericht werken), 4 (Behoeften en doelen formuleren) en 7 (begeleiden en ondersteunen). Noteer eventuele vragen en neem ze mee naar de volgende les

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie van de les
010

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dank voor de aandacht!

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions