Extreem weer: orkanen

Extreem weer: orkanen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBegrijpend lezen+3BasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

Een cycloon, een tyfoon of toch een orkaan? Wat is het verschil? Of is er eigenlijk niet zoveel verschil?

Éléments de cette leçon

Extreem weer: orkanen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Wat weet jij al?
timer
4:00
Bij een denkgesprek praat je  samen met je klasgenoten over een vraagstuk. 
Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat erom dat iedereen kan vertellen wat hij of zij denkt. Je hoeft elkaar dus niet te overtuigen van ideeën en meningen. 

Komt iedereen aan het woord en kan iedereen zijn of haar ideeën bespreken? Dan zijn jullie goed bezig!
Voer een denkgesprek
  • Hoe ontstaat een orkaan, denk je?


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigen leervragen 
Wat zou jij willen weten over orkanen? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.

Wereldoriëntatie
Na deze les:
  • weet ik wat een orkaan is en hoe een orkaan ontstaat. 
  • weet ik of een orkaan hetzelfde is als een tyfoon of cycloon.
  • weet ik of een orkaan ook in Nederland kan voorkomen.
  • weet ik hoe orkanen genoemd worden.
Dit ga je leren
Woordenschat
Na deze les:
  • begrijp ik de moeilijke woorden die met orkanen te maken hebben. 
Taal
Na deze les:
  • kan ik een informatiefolder over orkanen maken. 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel. Arceer in ieder geval:

  • de windkracht
  • het slachtoffer
  • het kustgebied
  • landinwaarts
dubbelklik voor inzoomen
Hulpkaart

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd.
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 6 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
de orkaan
de windkracht
De sterkte van de wind.
De windkracht wordt uitgedrukt in de schaal van Beaufort. Deze schaal loopt van 0 tot en met 12. Als er windkracht 12 is, spreken we van een orkaan.
Woordenschat
landinwaarts
Vanaf de kust verder het land in.
Landinwaarts zwakt de orkaan vaak af. 
het slachtoffer
Iemand die buiten zijn schuld lichamelijke, financiële of geestelijke schade lijdt.
De slachtoffers van de orkaan werden naar het ziekenhuis gebracht.

het kustgebied
Het gebied langs de zee. 
Orkanen zijn het sterkst bij het kustgebied

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
de orkaan
de tornado
Supersterke storm, met heel veel wind en meestal ook met heel veel regen.

Ontstaat boven zee.

Een wervelwind: een supersnelle rondtollende draaikolk van lucht. 

Ontstaat boven land, vaak tijdens een zware onweersbui.
Soms wordt een orkaan verward met een tornado. Maar een orkaan en een tornado zijn twee verschillende dingen!

Slide 8 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke zin is WAAR?
A
Als er sprake is van windkracht 6 spreken we van een orkaan.
B
Als er sprake is van windkracht 8 spreken we van een orkaan.
C
Als er sprake is van windkracht 10 spreken we van een orkaan.
D
Als er sprake is van windkracht 12 spreken we van een orkaan.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat moet er op de stippellijn staan?
Bij een orkaan heeft de wind een snelheid boven de ... kilometer per uur. 
A
12
B
100
C
120
D
200

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
In het midden waait de orkaan het hardst. 
A
B

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke zin is WAAR?
A
Een orkaan ontstaat boven zee.
B
Een orkaan ontstaat boven land.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!
Hoe ontstaat een orkaan? Leg het in je eigen woorden uit aan je schoudermaatje. 

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Hoe verder de orkaan landinwaarts komt, hoe minder krachtig hij is.
A
B

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een orkaan, een cycloon of een tyfoon? Sleep de namen naar de goede plek op de wereldkaart!
cycloon
tyfoon
orkaan
controleren

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Kan een orkaan in Nederland voorkomen?
A
Ja, dat kan.
B
Nee, dat kan niet. Het zeewater is te warm.
C
Nee, dat kan niet. Het zeewater is te koud.
D
Nee, dat kan niet. Daarvoor waait het niet hard genoeg.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingsopdracht
Jij weet nu van alles over orkanen! 
Tijd om een informatiefolder over orkanen te maken!
Maar hoe schrijf je zo'n tekst? Geen zorgen, ik zal het je stap voor stap uitleggen en je hierbij helpen! 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingsopdracht
Bekijk de informatiefolders hieronder. Wat valt jullie op?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Wat valt je op als je kijkt naar het taalgebruik in de folders? Bespreek het met je schoudermaatje. 

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Wat valt je op als je kijkt naar de vormgeving van de folders? Bespreek het met je schoudermaatje. 

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Wat is het doel van de schrijver vooral?
A
De schrijver wil je informeren.
B
De schrijver wil je overhalen om iets te doen.
C
De schrijver wil je vermaken.
D
De schrijver wil je overtuigen van zijn/haar mening.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusie
In een folder lees je informatie over een onderwerp. 

Het doel van de schrijver is informeren
De tekst bestaat uit een passende titel en 2 tot 3 kopjes 


Bij de tekst staat een passende afbeelding.



Een folder heeft ongeveer 1 (dubbelgevouwen) pagina aan tekst. 




Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opdracht
Verzamel informatie over orkanen door de tekst nog eens goed te lezen en informatie op internet en boeken te zoeken. 

  • wanneer spreken we van een orkaan?
  • hoe ontstaan orkanen?
  • wat kan je doen als je weet dat er een ontkaan aan komt? 
De checklist op de volgende slide helpt je om te controleren of je alle informatie in jouw tekst hebt staan en of de tekst voldoet aan de eisen. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
timer
25:00
Maak een informatiefolder waarin je volwassenen informeert over orkanen. 
Is je folder af? Haal 'm dan door de checklist hieronder!
Mijn informatiefolder heeft als doel om mensen te informeren over orkanen.

In mijn folder is in ieder geval te lezen wanneer we spreken van een orkaan, hoe orkanen ontstaan en wat je kunt doen als je weet dat er een orkaan aankomt.

Mijn informatiefolder bevat een kop, tussenkopjes en afbeeldingen.

Mijn informatiefolder is gemaakt in Word of op een (dubbelgevouwen) A4tje. 
Checklist

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedback & aanpassen
Wissel je tekst uit met een klasgenoot. Bekijk de checklist op slide 25 nogmaals. Voldoet de tekst van jouw klasgenootje aan de criteria? 
Bespreek het met elkaar. Pas je tekst aan op basis van de feedback die je die je hebt gekregen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Publiceren
Leg jouw informatiefolder op je tafel. Op het teken van je juf of meester loop je door de klas. Zegt de juf of meester 'STOP', blijf dan staan en loop naar de dichtstbijzijnde tafel. Lees de informatiefolder van je klasgenoot. Schrijf een tip en een top op een kladblaadje.

Slide 28 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag.

Slide 29 - Diapositive

Verwerkingsopdracht

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

.

Wereldoriëntatie
  • Ik weet wat een orkaan is en hoe een orkaan ontstaat. 
  • Ik weet of een orkaan hetzelfde is als een tyfoon of cycloon.
  • Ik weet of een orkaan ook in Nederland kan voorkomen.
  • Ik weet hoe orkanen genoemd worden.
Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ... 
Woordenschat
  • Ik begrijp de moeilijke woorden die met orkanen te maken hebben. 
Taal
  • Ik kan een informatiefolder over orkanen maken. 
Schrijf in je projectschrift op wat jij hebt geleerd. Plak je ook (een foto van) je informatiefolder in je schrift?

Slide 31 - Diapositive

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions