Toetsweek begrijpend lezen les 5: oefenen met tekst

Nederlands
Toetsweek: begrijpend lezen
Les 5: oefenen met een tekst
VWO 2
 P3 2019-2020
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Toetsweek: begrijpend lezen
Les 5: oefenen met een tekst
VWO 2
 P3 2019-2020

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je...
...nog meer geoefend met leesvaardigheid (m.n. signaalwoorden en verbanden).

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les...
...weet je hoe je signaalwoorden kunt herkennen.
...hoe je de delen van het verband moet noteren.
...kun je benoemen op welke manier alinea's met elkaar verbonden zijn.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling belangrijke begrippen leesvaardigheid    jaar 1 en jaar 2
Jaar 1:
  • Onderwerp, deelonderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Kernzin
  • Opbouw tekst: inleiding, middenstuk, slot
  • Opbouw alinea: kernzin + voorbeeld/toelichting
  • Tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm
  • 4 manieren om een tekst in te leiden
  • 3 manieren om een tekst af te sluiten
  • Objectief, subjectief
  • Mening, argument

  • Verwijswoorden
  • Leesstrategieën
  • 3 soorten publiek
  • Hoofd- en bijzaken
  • Mening, argument, tegenargument

Jaar 2:
  • Signaalwoorden
  • Zins- en alineaverbanden
  • Verbindingsmanieren tussen      alinea's

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Noteerwijze
‘Naar verwachting wordt ruimtetoerisme in de toekomst steeds betaalbaarder en dus toegankelijker voor een groot publiek.’

Welk verband geeft het signaalwoord ‘dus’ hier aan? 
Noteer de delen van dit verband.

Uitspraak-conclusie
 
Uitspraak: Ruimtetoerisme wordt in de toekomst steeds betaalbaarder
Conclusie: Ruimtetoerisme wordt toegankelijker voor een groot publiek. 

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag!
Lees tekst 5 grondig ('Een jaar blijven zitten helpt je verder')
in Op niveau blz. 302.

Maak daarna de vragen op de volgende slides.

Slide 7 - Diapositive

In de inleiding staat een tegenstelling.

a. Noteer het signaalwoord.
b. Noteer het verband.
c. Noteer de delen van het verband.

Slide 8 - Question ouverte

Op welke twee manieren zijn de tweede en derde alinea met elkaar verbonden?
A
Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
B
Een herhaling van een woord of woordgroep
C
Een overgangszin met een verwijzend woord
D
Een aankondigende zin

Slide 9 - Quiz

Noteer de hoofdzaak van alinea 4.

Slide 10 - Question ouverte

In alinea 4 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden.
a. Noteer het signaalwoord.
b. Noteer de delen van het verband.

Slide 11 - Question ouverte

Het tussenkopje 'Anders leren' past niet bij de inhoud van de alinea eronder.

a. Schrijf het deelonderwerp van deze alinea op.
b. Bedenk een passend tussenkopje.

Slide 12 - Question ouverte

Uitspraak: "Leerlingen mogen best wat vaker blijven zitten."

a. Voor welke leerling(en) geldt deze uitspraak?
b. Schrijf de reden(en) bij deze uitspraak op.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
de lezer informeren
B
de lezer amuseren
C
de lezer een mening laten vormen
D
de lezer laten nadenken over het onderwerp

Slide 14 - Quiz

Wat is de tekstvorm van deze tekst?
A
ingezonden brief
B
artikel in krant of tijdschrift
C
column
D
gedicht

Slide 15 - Quiz

Deze tekst is...
A
subjectief
B
objectief

Slide 16 - Quiz

Blijven zitten in coronatijd

Slide 17 - Diapositive

Alinea 1 + 2: "Een meerderheid van de middelbare scholen hanteert andere overgangsnormen vanwege de coronacrisis, schrijft de Volkskrant na een enquête onder 149 scholen. Bijna vier op de tien scholen (38 procent) hebben zittenblijven dit jaar afgeschaft. 15 procent laat de keus bij ouders en leerlingen.

De krant schreef alle middelbare scholen in Nederland aan. De 149 scholen die reageerden, zijn samen goed voor 20 procent van de leerlingen."

Op welke manier zijn alinea 1 en 2 hier met elkaar verbonden?
A
Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
B
Een herhaling van een woord of woordgroep
C
Een overgangszin met een verwijzend woord
D
Een aankondigende zin

Slide 18 - Quiz

Alinea 3: "Normaal gesproken zijn de rapportcijfers leidend voor het advies over zittenblijven of overgaan. Omdat veel leerlingen door onderwijs op afstand al weken geen officiële cijfers meer krijgen, gebruiken veel scholen andere overgangsnormen."
a. Welk signaalwoord staat in alinea 3?
b. Welk verband hoort daarbij?
c. Noteer de delen van het verband.

Slide 19 - Question ouverte

Alinea 4: "Middelbare scholen sloten op 16 maart hun deuren en gaan volgende week dinsdag (2 juni) weer open. Scholen gaven digitaal les. Maar volgens de krant kunnen niet alle leerlingen die lessen goed volgen, omdat zij geen prettige werkplek hebben of omdat zij stress hebben door zieke of ontslagen familieleden."
a. Welk signaalwoord voor uitspraak-tegenstelling staat in alinea 4?
b. Noteer de delen van het verband.

Slide 20 - Question ouverte

Wat vind jij ervan dat sommige scholen het blijven zitten dit jaar afschaffen?

Slide 21 - Question ouverte

Lesdoel behaald? Ik kan signaalwoorden en verbanden herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik kan verbindingsmanieren tussen alinea's herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Einde van deze les

Slide 24 - Diapositive