leestoets oefentoets

oefeningen leestoets
Lees eerst de vragen goed door!
Beantwoord de open vragen in het Nederlands.
Neem je tijd en als je woorden tussendoor wilt opzoeken gebruik dan een woordenboek.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

oefeningen leestoets
Lees eerst de vragen goed door!
Beantwoord de open vragen in het Nederlands.
Neem je tijd en als je woorden tussendoor wilt opzoeken gebruik dan een woordenboek.

Slide 1 - Diapositive

Tekst 1

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Waarom vertrok een piloot terwijl pas de helft van de passagiers aan
boord was?
A
De andere helft was bij een verkeerd vliegtuig afgezet.
B
De overige passagiers hadden vertraging met hun vorige vlucht.
C
De piloot moest ervoor zorgen op tijd uit Düsseldorf weg te zijn.

Slide 4 - Quiz

Tekst 2

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

 Geef bij elke bewering over hotel ‘Lellmann’ aan of deze wel of niet
overeenkomt met de tekst.

Slide 7 - Diapositive

Alle kamers beschikken over een balkon.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 8 - Quiz

Als je er voor één persoon een kamer boekt, betaal je een toeslag.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 9 - Quiz

Een kamer is op vrijdag en zaterdag duurder dan op andere dagen.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 10 - Quiz

Honden zijn welkom als ze van tevoren zijn aangemeld.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 11 - Quiz

Tekst 3

Slide 12 - Diapositive

Wat voor tekst is de volgende tekst?
A
Een artikel uit een jongerentijdschrift
B
Een samenvatting van een boek
C
Een advertentie

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

 Geef van elke bewering over Manuel aan of deze wel of niet overeenkomt
met de tekst. 

Slide 15 - Diapositive

Hij houdt ervan om dingen te regelen.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 16 - Quiz

Hij werkt het liefst alleen.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 17 - Quiz

Hij kan zich in meerdere talen verstaanbaar maken.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 18 - Quiz

Hij heeft ervaring met werken in de horeca.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 19 - Quiz

Welke vervolgopleiding zal Sarah waarschijnlijk gaan doen?
de opleiding tot:
A
actrice
B
fotografe
C
lerares kunst

Slide 20 - Quiz

Welke uitspraak over Moritz komt overeen met de tekst?
A
Hij haalt mooie cijfers op school.
B
Hij kan zich heel goed op dingen concentreren.
C
Hij wil na zijn diploma meteen een baan zoeken.

Slide 21 - Quiz

Tekst 4

Slide 22 - Diapositive

 Lees de tekst en beantwoord de vragen. 

Slide 23 - Diapositive

Wat voor tekst is de volgende tekst?
A
Een artikel uit een tijdschrift
B
Een samenvatting van een boek
C
Een advertentie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Waarom bezoekt Niklas zijn oma juist “Nächstes Wochenende”? (alinea 1)

A
omdat hij dan bij haar in de buurt voetbalt
B
omdat hij dan tijd daarvoor heeft
C
D

Slide 26 - Quiz

Waarom staat Niklas dit seizoen nog niet bij de “Stammelf” van Hertha?
(alinea 2)
A
Hij gaat misschien naar een buitenlandse ploeg.
B
Hij heeft te weinig met hen geoefend.

Slide 27 - Quiz

Tekst 5

Slide 28 - Diapositive

 Lees de tekst en beantwoord de vraag
Welk tussenkopje hoort bij welke alinea? Sleep de nummers van de alinea's naar de juiste tussenkopjes in de opgave na de slide.
Let op! Je houdt 2 kopjes over.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

U-Bahn Wettkampf
Ältester noch fahrender Zug 
Logischer Spitzname 
Meistbenutztes Beförderungsmittel 
Endlich! 
Schnelle und langsame Verbindungen 
Schönes zum Anschauen 
Teure Investierung 
Alinea 1
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 4
Alinea 5
Alinea 6

Slide 31 - Question de remorquage

Tekst 6

Slide 32 - Diapositive

Erste Hilfe

Slide 33 - Diapositive

Als je vaker kleinere hoeveelheden eet, heb je minder last van stress.
Tekst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Als je genoeg kruidenthee drinkt, heb je geen last van stress.
Tekst
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Tekst 7

Slide 36 - Diapositive

2 - Bilderrahmen

Slide 37 - Diapositive

Wat maakt deze fotolijst uniek? Beantwoord de vraag in het Nederlands.
Tekst

Slide 38 - Question ouverte