Criminaliteit en de Rechtsstaat

Criminaliteit en de Rechtsstaat

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat crimineel gedrag is, het verschil tussen misdrijven en overtredingen begrijpen en de betekenis van de rechtsstaat beschrijven.

Wat weet je al over crimineel gedrag, misdrijven, overtredingen en de rechtsstaat?

Wat is crimineel gedrag?

Crimineel gedrag omvat activiteiten die in strijd zijn met de wet en schade toebrengen aan andere mensen of eigendommen.

Misdrijven en overtredingen

Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten, zoals moord en diefstal. Overtredingen zijn minder ernstige strafbare feiten, zoals te hard rijden.

De rechtsstaat

De rechtsstaat is een samenleving waarin de wet de basis vormt voor het handelen van de overheid en burgers. Het zorgt voor rechtvaardigheid en gelijke behandeling voor iedereen.

Interactieve oefening

Bekijk de volgende situaties en bepaal of het om een misdrijf of een overtreding gaat.

Straffen en gevolgen

Beschrijf de mogelijke straffen voor misdrijven en overtredingen, zoals boetes, gevangenisstraf en taakstraffen.

Rechten en plichten

Leg uit dat burgers in een rechtsstaat niet alleen rechten hebben, maar ook plichten, zoals het respecteren van de wet en het bijdragen aan een veilige samenleving.

Samenvatting

Crimineel gedrag is activiteiten die in strijd zijn met de wet en schade toebrengen. Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten, overtredingen zijn minder ernstige. De rechtsstaat zorgt voor rechtvaardigheid en gelijke behandeling.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.