H4.3 Zwaartekracht en massa

1 / 33

Slide 1: Diapositive

NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Eerste wet van Newton

Tweede wet van Newton

Je trekt op met je motor.

Je rijdt in een auto met cruise control aan.

Je wilt een slee voorttrekken maar de wrijvingskrachten zijn te groot om de slee van zijn plaats te krijgen.

Je moet remmen voor het zebrapad.

Een appel valt uit de boom.

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

01:08

Waarom lopen deze astronauten zo 'raar' op de maan?

Slide 13 - Question ouverte

01:19

De zwaartekracht constante (g) is dus anders op de maan dan op de aarde.

De g op de maan is ..... dan op de aarde.

Kleiner

Groter

Slide 14 - Quiz

Niet meer naar beneden

Ruim 6 maal hoger dan op de aarde

Ruim 36 maal hoger dan op de aarde

op de aarde terecht

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Zwaartekracht

Normaalkracht

Gewicht

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Stel... je hebt een massa van 50 kg en neemt een weegschaal gemaakt op de aarde mee naar de maan.

Wat voor waarde geeft de weegschaal aan op de maan?
(g op de maan is 1,6 m/s^2)

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Voor deze opgave moet je de diameter van de bol berekenen. Daarvoor moet je eerst de straal berekenen.
Welke formule voor r is juist?

(V \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π)^{​ 3 ​ ​}

3 \sqrt ​ V \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π ​ ​ ​

3 ​ ⎷ ​  ​  ​  ​ ​ ​ \frac{​ ( \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} π ) ​ ​}{​ V ​} ​ ​ ​

3 ​ ⎷ ​  ​  ​  ​  ​ ​ ​ \frac{​ V ​ ​}{​ ( \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} π ) ​} ​ ​ ​

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive