VWO2 K2 Familieleden leeftijden vraagwoorden

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Herzlich Willkommen
2VE P2 Stunde 2

Slide 2 - Diapositive

Letzte Stunde:  
Planung + 
Blurt
Stammbaum + 
kurze Geschichte über einen speziellen Freund/ ein spezielles Familienmitglied

Slide 3 - Diapositive

Lernziele Heute  
Am Ende dieser Stunde:
1) habe ich Wortschatz über Familie geübt
2) habe ich Hörübungen gemacht und Sprachmittel durchgenommen
3) habe ich zählen gelernt 
4) habe ich Fragen für die nächste Stunde vorbereitet 

Slide 4 - Diapositive

Familie  
Duitse familieleden

Slide 5 - Diapositive

Familie

Slide 6 - Carte mentale

Familie  
Nu de check.
Overleg met je buurman/vrouw:
- zijn de Duitse termen de juiste termen?
- zijn ze goedgeschreven?

Verbeter de termen/schrijf ze op.
2 minuten de tijd

Slide 7 - Diapositive

Familie  
Gezamenlijke check:
Wat klopt/wat klopt niet

Onduidelijkheden?

Slide 8 - Diapositive

NK Hören, Wortschatz
Aufgabe 13
Aufgabe 36
Sprachmittel üben
Zählen lernen (Wörterliste)


Slide 9 - Diapositive

Nächste Stunde
Ihr nehmt mit:

Ein Foto von einem Freund/einer Freundin/einem Familienmitglied.
Darüber kannst du etwas erzahlen.

Slide 10 - Diapositive

Nächste Stunde
Deine Mitschüler stellen dir Fragen über dein Foto.
Du stellst auch Fragen an Mitschüler über deren Fotos.

Diese Sprechübung bereitest du jetzt vor:
- Welche Fragen würdest du selber an deiner Mitschüler stellen?
- Was sind die Antworten die du selber geben würdest wenn ein Mitschüler dir diese Frage stellt.

Slide 11 - Diapositive

Nächste Stunde
Du brauchst dafür: Fragewörter...

Welke ken je nog?

Slide 12 - Diapositive

Fragewörter

Slide 13 - Carte mentale

Fragewörter
Check: 
Wat betekenen ze ook alweer?

Slide 14 - Diapositive

Fragewörter
Hoe = wie
Waar = wo
Waarvandaan = woher
Wat = was
Wie = wer
Wanneer = wann
Waarom = warum
Welke = welche

Slide 15 - Diapositive

Fragewörter
Aufgabe 12 machen

Fragen vorbereiten die du selber stellen möchtest
Antworten vorbereiten auf die Fragen die du erwartest

Slide 16 - Diapositive

De familieleden in het Duits kan ik nu allemaal wel benoemen
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Als iemand zegt dat ie: dreiundvierzig Jahre alt is, dan weet ik precies wat ie bedoelt
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Ik kan wel een vraag stellen aan mijn klasgenoten
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage