PA3 H4

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

¡¡Bienvenidos!!

¿Cómo se dice 'gezond' en español?

1. salvo
2. saludablemente
3. sano
4. salud

¿Cómo se dice 'beter worden' en español?

1. mayorarse
2. menorarse
3. majorarse
4. mejorarse

¿Cómo se dice 'rug-been-arm-hoofd' en español?

1. espaldas-pie-brazo-cabeza
2. espaldas-pierna-brazo-cabeza
3. cuello-pierna-brazo-cabeza
4. cuello-vientre-abrazo-cabeza

¿Cómo se dice 'estar enfermo' en holandés?

1. ziek zijn
2. boos zijn
3. geïnteresseerd zijn
4. gezond zijn

Quizlet: ¡Qué se mejore!

1. Beterschap!
2. Het beste!
3. Komt goed!
4. Gezondheid!

Quizlet: ¿Qué te pasa?

1. Waar heb je pijn?
2. Hoe voel je je?
3. Wat is er met je aan de hand?
4. Gaat het goed met je?

Quizlet: Me siento fatal

1. Ik ben doodziek
2. Ik voel me belabberd
3. Ik voel me prima
4. Ik voel me niet zo lekker

Quizlet: Tengo mucho dolor

1. Ik ben heel misselijk
2. Ik ben heel ziek
3. Ik heb veel pijn
4. Ik ben heel moe

Quizlet: Me duele la cabeza

1. Ik heb buikpijn
2. Ik heb hoofdpijn
3. Ik heb koorts
4. Ik heb je griep

sentirse

el dolor

la fiebre

¡que te mejores!

el cuerpo

la pierna

el médico

faltar

zich voelen

de pijn

de koorts

beterschap

het lichaam

het been

de arts

missen/ontbreken

El médico

el dolor

sano

¡Qué te mejores!

El cuerpo

La fiebre

Me duele(n)...

La cabeza

¿Qué te pasa?

Me siento...

Te sientes

de dokter

het lichaam

jij voelt je

ik voel me

de pijn

wat is er aan de hand?

de koorts

het hoofd

beterschap

gezond

mij doet / doen zeer....

¿Cuáles son los pronombres personales de complemento indirecto?

Me = (aan) mij

Te = (aan) jou

Le = (aan) hem/haar/u enkelvoud

Nos = (aan) ons

Os = (aan) jullie

Les = hun (aan hen)/ u meervoud 

*Aan denk je erbij, maar schrijf je er niet bij

¿Cómo se escribe una frase con un pronombre personal de complemento indirecto (CI)?

La frase: "Compro un regalo para Juan."

1. Compro = ik koop

2. ¿Qué compro? = un regalo = een cadeau = lijdend voorwerp

3. ¿A/Para quién compro un regalo? = para Juan = voor Juan = meewerkend voorwerp 
                                            

¿Cómo se escribe una frase con un pronombre personal de complemento indirecto (CI)?

La frase: "Compro un regalo para Juan."

4. Para Juan vervang je door le = pronombre personal de CI

5. El pronombre personal de CI plaats je voor de w.w

6. => Le compro un regalo.

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?
Te escribo una carta.

1. te
2. escribo
3. carta
4. una carta

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?
El profesor nos explica la gramática.

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?
Escribo una carta a mi madre.

In onderstaande zin ontbreekt het meewerkend voorwerp. Schrijf de juiste vorm van het meewerkend voorwerp op de juiste plaats in de zin. Schrijf de hele nieuwe zin op:
(a mí) Pedro manda un email.

In onderstaande zin ontbreekt het meewerkend voorwerp. Schrijf de juiste vorm van het meewerkend voorwerp op de juiste plaats in de zin. Schrijf de hele nieuwe zin op:
(a nosotros) El profesor entrega los nuevos libros

In onderstaande zin ontbreekt het meewerkend voorwerp. Schrijf de juiste vorm van het meewerkend voorwerp op de juiste plaats in de zin. Schrijf de hele nieuwe zin op:
(a ellos) ¿Puedo comprar una entrada para el cine?

In onderstaande zin ontbreekt het meewerkend voorwerp. Schrijf de juiste vorm van het meewerkend voorwerp op de juiste plaats in de zin. Schrijf de hele nieuwe zin op:
El médico da una pastilla a Pepe y ami.

Onregelmatige vormen

2. Yo el verano pasado _____ (estar) de vacaciones en una isla.

3. En 2002 ____ (yo, ir) a España.

7. Él no (hacer) ____ el trabajo.

D-Toets 

Opdracht 4-5-6 maken