2.1 en 2.2 De Mol herhaling 2.1 en 2.2

Molrekenen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Molrekenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De molecuulmassa van CO2 is...
A
44,01 u
B
28,01 u
C
56,02 u
D
784,5601 u

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de molaire massa van van CH4 is
A
16,042 u
B
13u
C
16,042 g/mol
D
18 g/mol

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • wat het getal van Avogadro is;
  • uitleggen welke functie de eenheid mol in de scheikunde heeft en er eenvoudige berekeningen mee uitvoeren;
  • uitleggen wat de molaire massa is.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even terug
  • Vorig jaar kennisgemaakt.
  • Vorige paragraaf gezien .. bij wegen moleculen krijg je enorme getallen als we het in grammen gaan doen, dus niet handig om mee te rekenen. 
  • Vorige les gehad over grootheden en eenheden.
  • Nu nieuw... aantal is ook een grootheid 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen van aantal die j al kent
  • Duo
  • Een paar
  • Kwartet
  • Dozijn 
  • Gros
  • MOL !

Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom de mol?
  • Makkelijker bij grotere aantallen
  • Hiermee ook rekenen met cijfers achter de komma (bijv. 6,5 auto niet mogelijk, maar 6,5 dozijn wel).
  • In de scheikunde rekenen met de mol
  • Mol = heeeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeeeel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mol (vervolg)
  • Aantal mol is gekozen zodat:
  • massa 1 mol stof in gram = massa van 1 molecuul van een stof in u
  • Wat betekent dit nu?
  • 1 molecuul                : 18,02 u (molecuulmassa)
  • 1 mol  is dus              : 18,02 u gram

H2O
H2O

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mol (vervolg met voorbeeld)
  • Dit is heel slim gedaan, nu kun je nml heen en weer rekenen tussen mol en gram en anders om, dus tussen aantal en massa.
  • Bijv  100 gram glucose (C6H12O6). Molecuul massa weet je door dit uit te rekenen of op te zoeken in je binas. 
  • 1 mol glucose weegt 180,16 gram. Ik heb 100 gram, dus .....
  • 100/180,16 = 0,555 mol (glucose). 
  • Dit zeg nog niets over het aantal moleculen.. komen we straks op terug.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mol (nog een voorbeeld)
  • Het kan ook andersom..
  • Ik heb 0,234 mol H2O. 
  • In de binas zie ik dat 1 mol water 18,02 gram weegt. 
  • Dus 0,234 * 18,015 =  4,22 gram water 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van gram naar mol rekenen en andersom (dit moet je kunnen dromen)
Onthoud van gram naar mol gedeeld door de molaire massa(M) en van mol naar gram maal (keer) de molaire massa (M).

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is nu 1 mol
  • De mol is  dus een vaste hoeveelheid.
  • 1 mol = 6,02*1023 (moleculen)  getal van Avogadro
  •           = getal van Avogadro = 6,022 *



Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!



NA
1023

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken hoofdstuk 2.1 opdr. 1 t/m 10

Maken hoofdstuk 2.2 opdr. 12 t/m  23

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de grootste massa: een mol ijzer of een mol natrium?
A
een mol ijzer
B
een mol natrium
C
allebei even zwaar
D
ik weet het niet...

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel gram is 0,45 mol methaan
A
3,54
B
10,43
C
6,54
D
7,22

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken hoeveel mol 128 gram zuurstofmoleculen is.
A
128
B
32
C
4
D
1

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

van gram naar mol moet je:
A
delen door de molecuulmassa
B
vermenigvuldigen met de dichtheid
C
vermenigvuldigen met de molecuulmassa
D
delen door de dichtheid

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7,2 gram lood komt overeen met ........mol

A
207,2
B
0,0347
C
1492
D
weet ik niet

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0,482 gram chloor is hoeveel mol?
A
0,0136
B
15,2
C
0,00680
D
34,2

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel gram is 2,0 mol zuurstof? Geef je antwoord als ... gram

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mol is 5,0 gram ammoniak? ... mol

Slide 21 - Question ouverte

Molecuulmassa NH3 = 14,01 + 3x1,008 = 17,034 g/mol
5,0/17,034 = 0,29 mol.

Waar in binas kan je de waarde van 
de constante van Avogadro vinden?
A
3B
B
7A
C
38A
D
99

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke grootheid heb je nodig voor:
massa → mol
A
dichtheid
B
molaire massa
C
getal van Avogadro
D
molariteit

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen behaald
  • wat het getal van Avogadro is;
  • uitleggen welke functie de eenheid mol in de scheikunde heeft en er eenvoudige berekeningen mee uitvoeren;
  • uitleggen wat de molaire massa is.
Blik op de toekomst
  • Voorbereiden gpw

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions