KA's Tijdvak 3

Les 3
KA's Tijd van MONNIKEN EN RIDDERS
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 3
KA's Tijd van MONNIKEN EN RIDDERS

Slide 1 - Diapositive

opdracht
ACHT AFBEELDINGEN EN VIER KA'S
Welke ka past bij de afbeelding?
Welke kapstok maak je? (woord(en)/begrip/gebeurtenis, een ontwikkeling, verschijnsel , een handeling/gedachtegang van een persoon)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Rond het jaar 1000 bijna heel West- Europa Christelijk

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Kort overzicht
  • 570 Mohammed geboren in Mekka.
  • 610 openbaring door god aan Mohammed.
  • 622 vlucht uit Mekka, gaat naar Medina. 
  • 630 verovering van Mekka.
  • 632 overlijden Mohammed.

Slide 9 - Diapositive


Splitsing in de islam

  • Mohammed sterft in 632: wie gaat hem opvolgen?
  • Volgens Soennieten: de meest bekwame volgeling (Omajjaden) 
  • Volgens Sjiieten: directe familie van Mohammed (neef Ali)

Slide 10 - Diapositive

Oorzaken voor de snelle verspreiding

  • Moslims vormden een eenheid
  • Aangrenzende rijken (Perzische en het Byzantijnse) zijn zwak en hierdoor gemakkelijk te veroveren
  • Jihad (plicht om geloof te verspreiden)
  • Islam aantrekkelijk voor polytheïstische stammen/volken
  • Tolerant t.o.v. christenen en joden 


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Schema over het hofstelsel

Slide 13 - Diapositive

ontstaan van horigheid
(het toebehoren van een boer aan het land van een heer)
door:
- wegvallen centraal bestuur
- wegvallen bescherming (overheid/leger)
- wegvallen steden
- wegvallen handel en nijverheid

-> boeren zoeken bescherming bij een heer
de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.

Slide 14 - Diapositive

Veel plichten,
weinig rechten voor horigen en lijfeigenen

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 15 - Diapositive

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
schematisch overzicht van een hofstelsel, klik op de oogjes! 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

oefenen met ka's

Slide 20 - Diapositive

1
deze munt verwijst naar een KA uit tijdvak 2. Welke?

Slide 21 - Diapositive

2

Slide 22 - Diapositive

3

Slide 23 - Diapositive

De Engelse koning Harold, omringd door edelen en geestelijken, met op afstand het gewone volk. Stukje van het Tapijt van Bayeux, gemaakt omstreeks 1070
4

Slide 24 - Diapositive

Dit zijn drie afbeeldingen uit het leven van Mohammed in willekeurige volgorde.

(je kan op de afbeelding links inzoomen, en op de twee afbeeldingen boven)
5

Slide 25 - Diapositive

6

Slide 26 - Diapositive

Je ziet hier hoe Karel de Grote (te paard) de boom Irminsul laat neerhalen. Irminsul was een heiligdom van de Saksen, een Germaans volk. (je kan inzomen) 
7

Slide 27 - Diapositive

8

Slide 28 - Diapositive

Antwoorden op:
- welke ka bij welke bron?
- de examenvragen

Slide 29 - Diapositive

vraag 1
maximumscore 4
Kern van een juist antwoord is:
• De continuïteit met de vroege middeleeuwen is het handhaven van
feodale verhoudingen / het hofstelsel 1
• die blijkt uit het noemen van Otto's leenmannen / de horigheid waarvan
in de bron sprake is 1
• De verandering na de vroege middeleeuwen is de toegenomen zelfstandigheid van de steden in de late middeleeuwen 1
• die blijkt uit het verlenen van stadsrecht aan (de burgers van)
Harderwijk / de mogelijkheid van horigen om naar de stad te trekken 1

Slide 30 - Diapositive

vraag 2
maximumscore 4
Kern van een juist antwoord is:
Met het in herinnering brengen van de doop van Clovis kon de kerk haar positie versterken doordat:
• de kerk in de vroege middeleeuwen succesvoller werd bij 'de
verspreiding van het christendom', omdat de bekering van de koning bescherming gaf aan missionarissen / omdat de bekering van de
koning zijn onderdanen stimuleerde zich ook te laten dopen 2
• de kerk in de late middeleeuwen bij 'de vraag of de wereldlijke of de geestelijke macht het primaat heeft' kon beweren dat zij machtiger was
dan de koning omdat de bisschop de koning doopte 2

Opmerking
Alleen voor de combinatie van een juiste verklaring voor het versterken van de positie van de kerk met een daarbij passend kenmerkend aspect van de vroege of van de late middeleeuwen worden scorepunten toegekend.

Slide 31 - Diapositive

vraag 3
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• Mannen die grond in eigendom hebben, worden bewust verarmd (door
oneerlijke maatregelen) zodat zij hun grond moeten afstaan (waardoor
ze horigen worden) 1p
• De koning vindt dit zorgwekkend, omdat hierdoor het aantal vrije
mannen die dienstplicht kunnen vervullen afneemt / hierdoor minder mannen hun militaire verplichting aan de koning nakomen, zodat de
macht van de koning onder druk komt te staan 2p

Slide 32 - Diapositive

1. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde over Europa.

2. de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

3. de verspreiding van Christendom in heel Europa

4. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

5. Het ontstaan en verspreiding van de islam

Slide 33 - Diapositive

6. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

7. de verspreiding van het Christendom in heel Europa

8. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

Slide 34 - Diapositive