H3 Water: §1 Waterkringloop

H3: Water
"Soms te veel, vaak te weinig"

§3.1 - l2KMA
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3: Water
"Soms te veel, vaak te weinig"

§3.1 - l2KMA

Slide 1 - Diapositive

Programma
Welkom 
Planning: wat gaan we doen?
Leerdoelen bij §1
Uitleg §2 - waterkringloop
Afsluiten + tijd voor huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kent de volgende begrippen: Korte waterkringloop, lange waterkringloop, verdampen, condenseren, neerslag, wind, grondwater, oppervlaktewater, gletsjer, rivier, regenrivier, gletsjerrivier, gemengde rivier, infiltratie 

Je kan uitleggen wat het verschil is tussen de korte waterkringloop en de lange waterkringloop. 

Je kan de verschillende fasen van water benoemen.  
  
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen grondwater en oppervlaktewater.  

Je kan uitleggen wat het verschil is tussen een regenrivier, gletsjerrivier en smeltwaterrivier.  
 


 

Slide 3 - Diapositive

Water
Water kan voorkomen in 3 verschillende vormen: 
Vast (ijs): in de ijskappen en gletsjers
Vloeibaar (water): grondwater, rivieren, meren en zeeën
Gas (waterdamp): wolken

Slide 4 - Diapositive

Water is altijd in  beweging 
De aarde is voor 70% bedekt met water. Dit water op is continu in beweging. Dit noemen we de waterkringloop. We hebben een korte en lange waterkringloop. 

Slide 5 - Diapositive

Waterkringloop

Slide 6 - Diapositive

Het water komt op verschillende plekken: 





- Oppervlakte water 
- Grondwater 
-  Atmosferisch water

Slide 7 - Diapositive

grondwater     oppervlakte water

Slide 8 - Diapositive

Hoe heet het water in de zee
A
grondwater
B
oppervlakte water
C
bronwater

Slide 9 - Quiz

Wolken zijn een voorbeeld van..
A
Grondwater
B
Oppervlakte water
C
atmosferisch water

Slide 10 - Quiz

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier

Slide 11 - Question de remorquage

De korte waterkringloop
Verdamping
Neerslaan
Koken

Slide 12 - Question de remorquage

Zet de kringloop in de juiste volgorde
De lange waterkringloop
1.
2.
3.
4.
5.
Verdamping van zeewater
Verplaatsing van wolken
Neerslaan van wolken boven land
Water stroomt via rivieren
Water komt terug in zee

Slide 13 - Question de remorquage

Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater. 
Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.
Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.  
afname
toename
minder 
meer
landbouw
waterkring
loop
meer
minder
aanvoer 
afvoer
minder
meer 

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
Evapotranspiratie

Slide 15 - Quiz

Slootwater is ...
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
duinwater

Slide 16 - Quiz

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 17 - Quiz

Wat is de rol van grondwater in de watervoorziening?
A
Dat hebben ze niet nodig
B
Grondwater is er niet in een woestijn
C
Vaak is het de enige bron van water
D
Ze gebruiken het alleen af en toe

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
Je maakt de opdrachten uit deze lessonup. Je maakt opdracht 2,3 en 4 van §3.1. 

Je leest paragraaf 3.1 ter voorbereiding op de volgende les. 

Slide 19 - Diapositive