Leesvaardigheid H 1t/m3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

- 10 minuten lezen

- uitleg: hoofd- en bijzaken en kernzinnen

- aan de slag

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat leesvaardigheid is;

...hoofd- en bijzaken in een tekst benoemen;

...de kernzin uit een alinea benoemen.

Wat is leesvaardigheid?

Vaardigheid = iets wat je kunt

inhoud van een tekst begrijpen 

--> maar ook kunnen gebruiken in je dagelijks leven 

en

--> de gelezen inhoud kunnen samenvoegen met je eigen meningen en ervaringen

Hierdoor wordt je wereld vergroot.

Aan de slag!

We lezen klassikaal tekst 6: Mag die smartphone even weg? op blz. 14 & 15.

Je maakt individueel opdracht 3, blz. 14.

Je werkt zelfstandig, mag fluisterend overleggen.

Klaar = lees theorie, blz. 42

Theorie, blz. 12

Voor veel leraren zijn telefoons in de klas een écht probleem, waar ze dagelijks mee te dealen hebben. De een zal ze oogluikend toestaan, de ander zal ze zo nu en dan inzetten om iets hips mee te doen, maar voor beiden geldt: die telefoons zijn er, en ze zijn vaker een stoorzender dan niet. Ze zijn minder onschuldig dan de potjes boter-kaas-en-eieren die je vroeger in je schrift speelde, omdat ze leerlingen veel actiever afleiden. 

Aan de slag!

Maak opdracht 1 & 2, blz. 13.

Je werkt in tweetallen.

Je hebt 10 minuten de tijd.

Klaar = lees tekst 6 'Mag die smartphone even weg?' op blz. 14 & 15.

We bespreken de antwoorden klassikaal.

Lesdoelen???

Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat leesvaardigheid is;

...hoofd- en bijzaken in een tekst benoemen;

...de kernzin uit een alinea benoemen.

Welkom!

- 10 minuten lezen

- klassikaal lezen tekst 6, blz. 14 & 15

- aan de slag met opdracht 3, blz. 14

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat leesvaardigheid is;

...hoofd- en bijzaken in een tekst benoemen;

...de kernzin uit een alinea benoemen.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...kernzinnen, hoofd- en bijzaken benoemen uit een tekst;

...drie tekstverband in een tekst herkennen.

Kernzin?

De politie heeft zondagavond in Amsterdam een 27-jarige man aangehouden op verdenking van mishandeling. Ingewijden bevestigen tegenover persbureau ANP dat het gaat om Jorik Scholten, beter bekend als rapper Lil’ Kleine. Volgens verschillende berichten is zijn vriendin het slachtoffer. Lil’ Kleine zou haar vorig jaar op Ibiza ook al hebben mishandeld. Drie dagen geleden werd de rapper veroordeeld in een andere mishandelingszaak.

www.volkskrant.nl - 13 februari 2022

Huiswerk 

Bespreek in tweetallen opdracht 3, blz. 14.

Je hebt 4 minuten de tijd.

Aan de slag!

Lees tekst 1: 'Koken met afgedankt materiaal', blz. 43.

Markeer de signaalwoorden.

Maak opdracht 1, blz. 42.

Lesdoelen???

Aan het einde van de les kun je...

...kernzinnen, hoofd- en bijzaken benoemen uit een tekst;

...drie tekstverband in een tekst herkennen.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...signaalwoorden benoemen;

...verschillende tekstverbanden herkennen in een tekst.

Wat zijn signaalwoorden van een concluderend verband?

1. omdat, daarom, dus
2. doordat, daardoor, dus
3. dus, daarom, kortom
4. opdat, zodat, om te

"Omdat het vanochtend heel hard regende, ben ik met de bus."


Welk tekstverband staat er in bovenstaande zin?

1. redengevend verband
2. concluderend verband
3. oorzakelijk verband

"Doordat de lessen 40 minuten duren, is er 's middags tijd voor bijles."

1. redengevend verband
2. concluderend verband
3. oorzakelijk verband

Wat is het verschil tussen een redengevend en oorzakelijk verband?

Aan de slag!

Klassikaal lezen, theorie blz. 72

Lezen tekst 1, blz. 73.

Opdracht: steek je vinger op als je een signaalwoord tegenkomt. 

Maak opdracht 1, blz. 72.

Welkom!

Lesdoel:

Je kunt aan het einde van de les tekstverbanden uit een tekst benoemen.

Je kunt uitleggen wat een schrijver met een tekst wil zeggen.

- 10 minuten lezen

- huiswerk nakijken in tweetallen

- zelfstandig werken

Aan de slag!

1. Bespreek in tweetallen je antwoorden (5 minuten).

2. Bekijk daarna de antwoorden in Showbie (Antwoorden NN, Leesvaardigheid), corrigeer je antwoorden.

3. Zelfstandig aan het werk (keuze)

Maak opdracht 2 (tekst: Weet waar je koopt)

of

maak opdracht 4 (tekst: Kassa: volgen over cola!)

Samen de tekst lezen? Kom vooraan zitten!

Lesplanning

- 10 minuten lezen

- hw nakijken

- herhalen: tekstdoelen, blz. 237

- uitleg: tekstverbanden (2)

- aan de slag!

HW

Opdracht 4, blz. 46.

Zie Showbie, Antwoorden, Leesvaardigheid.

Klaar = lezen blz. 237 --> tekstverbanden & signaalwoorden

Aan de slag!

Lees tekst 1, blz. 73

'Nibud: ouders geven pubers te weinig financiële verantwoordelijkheid'

Maak opdracht 1, blz. 72.

Je werkt zelfstandig, in stilte.

= huiswerk voor morgen

Welkom!

Aan het einde van de les kun je...

...tekstverbanden in een tekst benoemen;

...leesstrategieën toepassen;

...moeilijke woorden uit 

een tekst begrijpen.

Aan de slag!

We hebben gisteren tekst 1 gelezen: 

'Nibud: ouders geven pubers te weinig financiële verantwoordelijkheid'

Maak opdracht 1, blz. 72.

Je werkt zelfstandig, in stilte.

Je hebt 15 minuten de tijd.

Klaar = maak opdracht 1, blz. 84.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een kernzin is;

...hoofd- en bijzaken in een tekst benoemen;

...tekstverbanden in een tekst 

benoemen;

...een tekst begrijpen.

Wat is een kernzin?

1. De eerste zin van de inleiding
2. De laatste zin van het slot
3. De belangrijkste zin van een tekst
4. De belangrijkste zin van een alinea

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstelling?

1. eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, ten slotte
2. zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, ter illustratie
3. bovendien, daarnaast, ook
4. maar, echter, toch, daarentegen, hoewel, toch, tenzij

Hoe omschrijf je een redengevend verband het beste?

1. Dit verband geeft aan waardoor iets gebeurt.
2. Dit verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
3. Dit doet iemand heel bewust
4. Dit gebeurt buiten iemands wil

Welke signaalwoorden horen bij een oorzakelijk verband

1. dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
2. omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
3. doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Aan de slag!

Oefenen met tekstverbanden en tekstbegrip.

Je maakt een keuze:

tekst 2: "Weet waar je koopt" op blz. 74

en opdracht 2 maken, blz. 74

of

tekst 3: "Kassa: vloggen over cola!"

en opdracht 4 maken, blz. 75

Maken & nakijken (= huiswerk)