Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat ga je doen?
Je gaat zelfstandig aan de slag met basisstof 4.
Pak je schrift en ga verder met samenvatting maken.
Slide 2 - Diapositive
Basisstof 4 spieren
Slide 3 - Diapositive
wat moet je van basisstof 4.4 kennen voor de toets?
De onderdelen van een spier moet je uit je hoofd kennen en deze kunnen beschrijven.
Slide 4 - Diapositive
Spieren
Alle spieren samen zijn het spierstelsel.
Spieren zorgen samen met het skelet
dat je kunt bewegen.
Slide 5 - Diapositive
Werking van spieren
Een spier kan zich samentrekken, een peesniet.
Als een spier zich samentrekt, wordt hij korter.
De botten waar de pees aan vast zit, worden
naar elkaar toe getrokken.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Diapositive
Onderdelen van een spier
Een spier zit met pezen aan beenderen vast.
De plaats waar een pees aan het bot vastzit, heet aanhechtingsplaats.
Pees: Pezen bevestigen een spier aan beenderen, Pezen zijn heel stevig en kunnen niet samentrekken.
Spier: Spieren maken beweging mogelijk.
Spierschede: Stevig bindweefsel rondom een spier. Bindweefsel geeft de spier stevigheid.
Slide 12 - Diapositive
Onderdelen spier (afbeelding)
Spiervezel: Elke spiervezel is ontstaan door samensmelting van vele spiercellen. Als deze zich samentrekken, wordt de spier korter en dikker. Een spiervezel kan niet uit zichzelf weer langer worden.
Spierbundel: Elke spierbundel is omgeven door bindweefsel en bestaat uit een aantal spiervezels.
Dus... Spieren bestaan uit veel spierbundels. De spierbundels bestaan uit veel spiervezels.
Slide 13 - Diapositive
Een spier bestaat uit spierbundels.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
spier
spiercelkern
pees
spiervezel
spierschedee
spierbundel
bindweefsel
zenuwcel
Slide 15 - Question de remorquage
Om de spier zit een ....1....
Deze geeft .........2............. aan de spier.
Aan beide uiteinden van de spier zit een ...3...
Hiermee zit de spier vast aan botten.
Spierschede
Stevigheid
Pees
Slide 16 - Question de remorquage
De spieren en het skelet zorgen samen voor bewegingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Een spier bestaat uit ......1..........
Deze bestaan uit een verzameling .....2.........
Spieren zijn verbonden met ......3........
Deze geven een seintje aan de spieren. Hierdoor .........4........... en kun je bewegen.
Spierbundels
Spiervezels
Zenuwcellen
Trekken spieren zich samen
ontspannen spieren
Slide 18 - Question de remorquage
Kijk naar de afbeelding. Welk nummer staat bij de armbuigspier?
Slide 19 - Question ouverte
De biceps is een ...........1..............
buigspier
strekspier
Slide 20 - Question de remorquage
Een bodybuilder gebruikt tijdens het sporten een sportdrank om beter te presteren. De sportdrank zorgt ervoor dat hij meer energie heeft. Welke voedingsstof zit er in de sportdrank?
A
eiwit
B
glucose
C
vet
Slide 21 - Quiz
Kijk naar de afbeelding. Welk nummer staat bij de kuitspier?
Slide 22 - Question ouverte
KLAAR?
Slide 23 - Diapositive
KLAAR?
basisstof 4.1
Benoem alle botten van het skelet.
Welke 4 functies heeft het skelet?
Wat zijn kenmerken van pijpbeenderen? Benoem twee voorbeelden van pijpbeenderen.
Wat zijn kenmerken van platte beenderen? Benoem twee voorbeelden van platte beenderen.
basisstof 4.2
Benoem de twee type weefsels.
Benoem de kenmerken van beenweefsel.
Benoem de kenmerken van kraakbeenweefsel.
Leg uit hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.
Samenvatting verder afmaken van thema 4.
Slide 24 - Diapositive
basisstof 4.3
Welke 4 beenverbindingen zijn er?
Geef bij iedere beenverbinding een voorbeeld.
Benoem alle delen van het gewricht.
Wat is de functie van het kraakbeenlaagje in een gewricht?
Wat is de functie van het gewrichtskapsel?
Welke 2 type gewrichten zijn er?
Welke bewegingen kunnen er bij ieder gewrichtstype gemaakt worden?